452
vreemdelingen, die in Indië de laatste dagen van een stormachtig
leven willen doorbrengen, zullen daarvoor op den duur de gegadig*
den zijn.
Om nu de positie der militaire Geneeskundige dienst aanlokke
lijker te maken, dat het leger er door gebaat zal worden, willen
sommigen (of velen?) in de eerste plaats breken met eene traditie,
d i. den militairen rang voor de officieren van Gezondheid en apo
thekers afschaffen. Zij willen, gedachtig aan het gezegde van den
braven Chirurgijn-Majoor Nageli bij de vroegere Militaire Academie
te Brecla„Mas, Major, der Major kurirt nicht, sondern der Doc
torin den officier van Gezondheid en den militairen apotheker in
de eerste plaats zien den geneeskundige of den pharmaceut. Zij ach
ten afschaffing der militaire rangen noodzakelijk, zelfs assimilatie on-
noodig, omdat het geneeskundig personeel anders niet het vereischte
zelfstandig karakter kan erlangen. Bovendien past de militaire rang
niet bij eene burgerlijke opleiding, als de tegenwoordige, voor onze
Geneeskundige dienst. "Voor het goed vervullen der roeping van den
militairen arts is het niet wenschelijk, dat de militair van minderen
lang, die zijne hulp behoeft, in hem steeds zijn meerdere ziet. Is
dit laatste het geval, dan is de militair tegenover den geneesheer
minder vrij, durft hem soms niet laten roepen en allerminst zich over
hem beklagen. Al werden de militaire rangen afgeschaft, zoo behoefden
de artsen daarom niet op éénè Ijjn te staan. Men zou immers kun
nen volstaan met de benaming van adjunct-arts of arts der 2e klasse,
arts der lc klasse of arts, dirigeerend arts der 2^ en 1° klasse en
opperarts of chef? Meent men aan den arts door het toekennen van
een militairen rang zeker gezag te moeten geven, dan moet ook
zorg worden gedragen, dat hij daarvan behoorlijk gebruik kunne ma
ken. Aan militair gezag nu zijn niet enkel rechten, maar ook plich
ten verbonden. Om te kunnen bevelen, moet men eerst leeren ge
hoorzamen. Hoe geschiedt dat zonder eene, althans gedeeltelijke,
militaire opleiding? Hij, die als burger in militaire kleedij gestoken,
geen militair is, heeft ook geen begrip van subordinatie. Geeft men
toch een militairen rang aan zulk een persoon, met het gezag aan
dien rang verbonden, dan kunnen daaruit en voor hem en voor an
deren de onaangenaamste gevolgen voortspruiten.