464
onder één chef, een Kolonel 't Zou zeker goedkooper zijnMaar
de bezwaren worden daarbij gewoonlijk over het hoofd gezien of te
licht geteld. Een ander bezwaar, nu eens niet van comptabelen
aard de inrichting der „Begrooting" wordt er niet door geschon
den wordt door den niet-militair niet begrepen. Het leger moet
één lichaam blijven. Geen aan den Legercommandant ondergeschikte
chef moet tevens de ondergeschikte zijn van een Directeur. Die
toestand heeft lang genoeg geduurd. Volkomen scheiding van civiele
en militaire Geneeskundige dienst is niet alleen gewettigd, maar
wenschelijk en mogelijk. Dr Luchtmailseen onzer kundige oud-of
ficieren van Gezondheid en de eerste „Inspecteur voor de burger
lijke Geneeskundige dienst", dacht er, meenen wij, ook zoo over.
De organisatie der burgerlijke Geneeskundige dienst laat veel te
wenschen over. Daaraan valt nog zóó veel te doen, dat de benoe
ming van een afzonderlijken chef om eene goede organisatie voor te
bereiden, reeds geene weelde mag genoemd worden.
Op de verhouding van de militaire Geneeskundige dienst tot het
leger zelf valt gewis weinig aan te merken.
Eene verhouding als in Frankrijk en tot dusverre in Nederland
die de grootste grief is der officieren van Gezondheid, bestaat se
dert 1871 bij het Indische leger niet meer. De officier van Ge
zondheid is de chef van zijn personeel geworden.. Hij staat aan
het hoofd van het hospitaal, en voor het administratief beheer staat
de kwartiermeester onder hem. En de ondervinding heeft geleerd,
dat dit stelsel zoo wel in het belang der zieken als in het financieel
belang van den staat uitstekend, beter dan het oude stelsel, werkt.
Daarbjj maakt de indeeling der officieren van Gezondheid bij het
Indische leger het geval van expedition uitgezonderd niet bij
corpsenmaar over garnizoenendat zij meer onder hunne directe en
natuurlijke chefs blijven. Het zijn deze beginselen, welke de zelf
standigheid der militaire Geneeskundige dienst zoo bevorderen. Die
zelfstandigheid toch moet zij daaromtrent zijn het alle bevoegde
beoordeelaars eens niet alleen in vredestijd, maar ook te velde
hebben. Ook dit is herhaaldelijk gebleken. Zelfstandigheid is echter
geene onafhankelijkheiddie geene ondergeschiktheid kent. De Ge
neeskundige dienst moet zelfstandig zijn in geneeskundige handelin-