468
te danken hebben; 't is die politiek, welke, ook nadat de Indische
ambtenaren eene wetenschappelijke opleiding aan de Academie te
Delft moesten ontvangen, en die school, na hare opheffing, door rijks-
en gemeentelijke instellingen, zoowel in Nederland als in Indië
tot opleiding van die ambtenaren, vervangen werd, aanhoudend
knutselt met het beruchte radicaal't is die politiek, waaraan we
de minder opwekkende verklaring te danken hebbendat het in
Indië te warm is om te studeeren, tengevolge waarvan inrichtingen
van hooger en middelbaar militair onderwijs in het Indische leger
of niet of zeer gebrekkig worden gevonden't is die politiek, welke
onderscheid maakt tusschen de Nederlandsclie en Indo-Europeesche
industrie en de leverantie der meeste benoodigdheden voor de ver
schillende takken der Indische staatsdienst hoofdzakelijk aan de eerst
genoemde gunt.
Dat strevenhoe vaderlandsch ookheeft zich zelf reeds meermalen
gestraft. En wanneer daaromtrent geene andere opvatting komt,
zullen wij er voor moeten boeten bij een oorlog met een buitenland-
schen vijand.
Dat deze koloniën voor ontwikkeling, ook op het gebied der in
dustrie, vatbaar zijn, heeft de geschiedenis bewezen, zoo dat we
voorbeelden achterwege kunnen laten. Alleen achten wij het niet
overbodighier te herhalen wat reeds in dit tijdschrift werd vermeld,
toen Daendelsals Gouverneur-Generaal over de Indische bezittingen
beoosten Isle de France opgetredenmet krachtige hand het Indisch
staatsbestuur begon te reorganiseeren en daartoe in de allereerste
plaats de organisatie der landsverdediging rekende. Waren de tijden
toen niet gunstig om daarbij op moederlandsche hulp te rekenen
van iemand met zoo vele scheppende talenten en van een ijzeren wil
als hijwas het te verwachtendat hij voor die hulp nieuwe bronnen
zoude trachten te scheppen in het land zelf. En dat hij het met
succes gedaan heeft altijd de tijden in aanmerking nemendewaarin
hij leefde heeft de organisatie bewezen van de in 1811 bij Mees-
ter-Cornelis geconcentreerde troepenmacht, die Java tegen de Engel-
schen moest verdedigen. Dat de koloniën in handen van Lord Minto
kwamen, moet niet aan de organisatie, de oefening en de uitrusting
en verpleging, maar alleen aan de aanvoering der Fransch-Indische