- 472
De geldkwestie voor een oogenblik buiten beschouwing latende,
dat is wat goedkooper is voor den Staat en beter voor het Indische
legerbestelling der behoeften uit Nederland of aanschaffing in Indie
door uitbesteding, zullen we eerst gaan onderzoeken, welke voor- en
nadeelen aan beide stelsels verbonden zijn, wanneer we aannemen,
dat in Indie voor die behoeften evenveel betaald wordt als in Europa
en dat de verschillende benoodigdheden van dezelfde qualiteit zijn.
We zullen daarbij zoo beknopt mogelijk zijn en, om niet in herhalingen
te vervallen, den lezer verzoeken om de voordcelen van het eene
stelsel als de nadeelen van het andere te beschouwen en omgekeerd.
En zoo komt het ons dan voor, dat aan hot stelsel der bestellingen
uit Nederland de volgende nadeelen zijn verbonden:
1° De minder nauwkeurige wijze, waarop in Indie de eischen uit
Nederland geraamd worden. Dit kan niet anders. Do ramingen voor
de materieele eischen gaan aan hetzelfde euvel mank als die voor de
personeele eischen (officieren en suppletietroepen). Indie is en blijft
nog vooreerst een staat in embryo, 't Is niet mogelijk om twee jaren
of zelfs een jaar te voren juiste ramingen te maken van hetgeen er
dan noodig zal zijn voor een land, waar de elkander snel opvolgende
gebeurtenissen ons telkens in allerlei uitmiddelpuntige toestanden ver
plaatsen. In dien tijd kan de behoefte soms verdubbeld zijn. De
verschillen derhalve van hetgeen er werkelijk noodig blijkt te zijn
en hetgeen door het Ministerie van Koloniën geleverd wordt kunnen
soms zeer groot zijn; van daar de groote voorraden, die van eenige
artikelen en de kleine voorraden, die van andere artikelen in de
magazijnen gevonden worden. Yroeger, toen er tusschen Indie en
Nederland nog geene telegraphische en stoomcommunicatie bestond,
moesten, met het oog op alle eventualiteiten, de voorraden, in de
verschillende magazijnen opgelegd, grooter wezen dan tegenwoordig,
dat is waar; maar dit argument, dat er vaak te veel en dan weder
te weinig begroot wordt, heeft, trots stoom en telegraaf, en suppletoire
(buitengewone) eischen, zijne volle kracht behouden.
2° De vertraagde uitzending der geëischte benoodigdheden. Deze
klacht heeft zich in vroegere jaren herhaaldelijk voorgedaan. Geldt
die klacht de te late uitzending van benoodigdheden, welke twee
jaren van te voren geëischt werden, ten gevolge waarvan de aan de