474 de Heer De Waal Minister van Koloniën was. Wij moesten te Batavia in het algemeen kleedingmagazijn tegenwoordig zijn bij het open maken van verscheidene kisten. Zij bevatten voor het meeren- deel hospitaalkleeding, en toen wij eenige stukken daarvan om rede nen, die de magazijnmeester zelfs moest beamen, wilden afkeuren, ontstond daarover tusschen hem, deskundige, en ons, leeken, wat de rechtmatigheid dier afkeuring betrof, zoodanig dispuutdat hij door de voorlezing van eene depêche van den Minister De Waal verplicht was, daaraan een einde te maken. Die eenmaal in Neder land goedgekeurde "kleeding mocht in IndiS niet afgekeurd worden Het stond inde depêche, zeide hij; hij las ons haar voor. Wat moest er dan gekeurd worden, indien er niets afgekeurd mocht worden? Dat bleek uit de redactie der ons gegeven order waardoor twee officie ren der Infanterie, gelijfstaffierd door een aspirant-luitenant-kwartier, meester, voor twee dagen aan hunne gewone diensten onttrokken werden natuurlijk niet duidelijk; eindelijk werd zij ons geïnterpre teerd wij hadden slechts te constateeren, dat het verzonden goed ook het niet bruikbaremaar daarover mochten wij geen oordeel vellen„Mi nister De Waal zei dat het goed was" volgens de opgave aangekomen was. Officieren, die in het Indisch administratief labyrinth niet kunnen verdwalen, zullen ons de vraag ten goede houden of zoo iets zich nog wel eens zoude kunnen voordoen en of dat wel pleit voor het stel sel van toezending uit Nederland. Aannemende echter, dat onder de tegenwoordige bepalingen van zoo iets geene sprake meer kan zijn, dan hebben we dit nadeel niet opgesomd als een der bezwaren tegen het stelsel van bestelling uit Nederlandom daarmede te ken nen te gevendat sommige uit Nederland gezonden goederen van mindere qualiteit zijn dan die, welke in IndiS door de buitenlandsche industrie kunnen verkregen worden; want we zijn begonnen, met te veronderstellen, dat de qualiteit van het uit Nederland gezondene even goed is als die van het in IndiS aan te schaffen benoodigde. Dat is men begrijpe ons wel onze bedoeling volstrekt niet. Het nadeel is, dat niet altijd gezonden wordt wat gevraagd is, en dat de controle daarop scherper kan zijn, dat men krijgt wat men vraagt, wanneer de benoodigdheden in Indië zelf worden aangeschaft dan wanneer men ze uit Nederland bestelt, Neen, wat meer is: de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 483