478
landsche industrie zelve wil, ook uit Nederland. Yoor de legerleverantiën
ontstaat eene belangrijke concurrentie, zoo in als buiten Indië. En
concurrentie verplicht den verkooper, zijne prijzen zoo billijk mogelijk te
stellen. Wij spraken daar van de Nederlandsche industrie. Hypothesen
van gelijkheid van prijzen en gelijkheid van qualiteit van hare producten
en die der buitenlandsche nijverheid worden thans voor den geregel -
den gang van ons betoog niet meer gevorderd. Is het niet onbe
kend, dat de prijzen der goederen, van de Nederlandsche industrie
afkomstig, vaak veel hooger zijn dan van dezelfde goederen van bui-
tenlandsch fabricaat, terwijl de qualiteit der Nederlandsche producten
dan nog niet eens superieur is, dan zal men moeten toestemmen, dat
bij de in Indië te houden aanbestedingen volgens het door ons ge-
wenschte stelsel van eischen geene hoogere prijzen kunnen betaald
en geene mindere qualiteit van goederen verkregen kan worden dan
bij het tegenwoordige stelsel van uitzending uit Nederland.
Welke voordeelen kunnen nog meer geyonden worden in het stel
sel van aanschaffing in Indië? Behalve vermeerdering der belastingen,
ook vermeerdering der inkomende rechten, te heffen bij den invoer
van de door de aannemers te leveren goederen. Er is nog meer.
Als het gouvernement met het transport der voor de materieele ei
schen van zijn leger benoodigde goederen geenerlei bemoeienis heeft,
dan staat het zelf ook niet meer bloot aan de vele risico's van be
derf en beschadiging, waardoor bij het bestaande stelsel van uitzen
ding uit Nederland zoo vele belangrijke verliezen geleden worden.
Maar die risico's strekken zich niet alleen uit tot het transport, maar
ook tot de oplegging in de magazijnen van het leger. Men weet,
aan hoe vele kansen van bederf eene langdurige bewaring, ten ge
volge van klimaatsinvloeden, de goederen in de Indische magazijnen
blootgesteld zijn. De aanschaffing der goederen in Indië zou ten
gevolge hebben, dat daarvan een mindere voorraad in onze militaire
magazijnen opgelegd behoeft te worden dan thans doorloopend moet
worden aangehouden, nu men geheel afhankelijk is van de toezen
dingen uit Nederland. Ergo bij kleineren voorraad in de magazijnen
ook minder geldelijk verlies voor den staat tengevolge van bederf
door langdurige bewaring. En minder voorraad sluit in zich min
dere magazijnsruimte, ook een niet te miskennen voordeel,