491
naderhand heeft beweerd, dit nooit gegeven te hebben, doch dat het
een valsch stuk was.
Ommiddelijk begon de Pangeran Adipati Mangkoe Negoro door
zijn desavolk de Djokdjasche landen in de districten PadjangSoeko-
wati en het Zuidergebergte te laten afstroopen en verwoestenvele
hoofden onderwierpen zich aan hemterwijl de onwilligen werden
afgemaakt. De Sulthan, dit vernemende, gaf dadelijk zijnen onder
danen bevel om op dezelfde wijze de landen van den Soesoehoenan
en van Mangkoe Negoro af te stroopen; eene algemeene verwarring
volgde hierop door de geheele Vorstenlandenvooral waren de dis
tricten Mataram, PadjangKadoe en Bagelen het tooneel van aan
houdende strooperijenmoord en verwoesting.
In dezen staat van zaken trok de Gouverneur van Java's Noord
oostkustde Heer Van Reede tot de Parkeiertot hulp van Djokdjakarta,
met eene aanzienlijke macht, waaronder vele strandbewoners, tegen
de oproerlingen op. Na zich aldaar met de Djokdjasche macht, onder
bevel van den Kroonprins, vereenigd te hebben, rukte men naar
Soerakarta op en die hoofdplaats binnen. De burgers werden in
den omtrek van den kraton en in het verblijf van Mangkoe Nego
ro gekampeerd.
Deze prins verklaarde op de hem gedane vragen, alleen op last
van den Soesoehoenan gehandeld te hebben, en dat Wiro Dirdjo
c. s. de overbrengers van zijne bevelen en een lastbrief waren ge
weest. De Gouverneur Van Reede wendde zich toen tot den Soe
soehoenan en eischte de uitlevering van de boven bedoelde vijf aan
stokers. De Soesoehoenan vroeg echter eenige dagen uitstel, waar
schijnlijk met het voornemen, om hunne beweerde bovennatuurlijke
macht te beproeven en, wanneer deze werkelijk in staat was, iets te
verrichten, zich tegen de Compagnie te verzetten. Men verhaalt, dat de
Soesoehoenan zich te dien einde met hen op zekeren nacht naar het fort
begaf en hun gelastte, over de gracht te vliegentoen dit niet kon gebeu
ren, wilden zij evenwel eeu wonder verrichten, hetwelk hunne macht
moest bewijzen; zij schoten toen eene pijl, met brandstoffen voorzien,
naar het fort, om het in brand te stekendoch een schildwacht ont
dekte in tijds liet vuur en bluschte het, zoodat deze list ook zonder
gevolg bleef. De Soesoehoenan moet toen overtuigd geworden zijn,
