492
dat hij door Wiro Dirdjo c. s. was bedrogen, en hunne bovenna
tuurlijke macht niets was dan een voorwendsel om onrust te stoken.
Hij liet hen derhalve den anderen dag door Raden Toemenggoeng
Sosrowidjoijo gevangen nemen en gebonden aan den Gouverneur
overleveren, met de verzekering, dat hij tot de vijandelijkheden nim
mer bevelen had gegeven, doch deze op zijn naam valschelijk door
deze personen waren uitgevaardigd. Zij werden naar Samarany me
degevoerd en naar onderscheidene plaatsen verbannen; een hunner,
namelijk de priester Bahmanis, zoo men zegtna zijne balling
schap, omstreeks 1830, naar Batavia gegaan.
Nadat het beleg van Soerakarta was opgebroken, werden de
onderscheidene overweldigde landen aan de verschillende eigenaren te-
ruggegevenen hiermede waren deze verwikkelingen afgeloopen, welke
licht tot een nieuwen oorlog hadden kunnen aanleiding geven, zoo
deze door tusschenkomst der Compagnie niet intijds waren tegenge
gaan. Op den 28en September 1790 werd door bemiddeling der Com
pagnie een beëedigd tractaat van bevrediging gesloten tusschen den
Soesoehoenan en den Sulthan benevens den Sulthan en den Pange-
ran Adipati Mangkoe Negoro, welke beide laatsten zich daarbij plech
tig verbonden, hunne wederzijdsche veeten te laten varen, zonder
elkander of hunne kinderen en aanverwanten immer eenig leed toe
te brengen, terwijl Mangkoe Negoro in het bijzonder beloofde, niet te
zullen gedoogen, dat zulks door zijne aanverwanten of onderdanen
ooit werd gedaan, of eenige hindernis werd toegebracht aan de
wettige troonsopvolging des Sulthans, welke onder de goedkeuring
en bescherming der Compagnie mocht plaats vinden.
Tegelijkertijd werd door den Gouverneur van Java's-Noordoostkust
op den len November 1790 eene acte van verzekering aan den Pa-
ngeran Adipati verleend, waarbij hem een jaarlijksch onderhoud van
Rd. 4000 werd toegelegdonder beding dat hij zich onder plechtigen
eede, zoo wel voor zich zeiven als voor zijne kinderen en kindskin
deren verbondnimmer iets te zullen in het werk stellen of aanleiding
te zullen geven, waarover de Sulthan of zijne kinderen misnoegd
zouden kunnen zijn, noch eenige hindernis aan de opvolging van het
sulthansrijk te zullen toebrengen, en om verder de Compagnie steeds
getrouw en gehoorzaam te zullen zijn, terwijl de Compagnie daarentegen