- 495
dat de Rijksbestierder had te kennen gegeven, dat dit zijn ver
langen was, daar zijn kleinzoon veel kunde bezatten tweede, omdat
deze, Patih van den Rijksbestierder zijnde, en dus met alle zaken
bekend, hem zeer welvoegelijk konde opvolgenten derde, dewijl de
Patih gehuwd was met Ratoe Anggerdochter van den Sulthan; en
eindelijk, omdat de vader van den Patih, des Rijksbestierders zoon^
benevens zijne aanverwanten in die keuze algemeen toestemden.
De Pangeran Adipati Mangkoe Negoro kwam kort na den ouden
Sulthan, in het jaar 1795 te overlijden, met nalating van verscheidene
kinderen, van welke echter de oudste zoon, Pangeran Ario Praboe
Widjoijo, bereids was overleden, na een zoon te hebben verwekt bij
zijne huisvrouw, genaamd Ratoe Alit, oudste onechte dochter van
den Soesoehoenan Pakoe Boewono II, onder den naam van Pangeran
Ario Praboe Prang Wedono. Deze kleinzoon, later Pangeran Adi
pati Ario Mangkoe Negorowas derhalve de wettige opvolger
van den Prins Mangkoe Negoroin wiens plaats hij werd gesteld,
met genot van dezelfde landen en inkomsten, en onder dezelfde
verplichtingen jegens den Soesoehoenan, die zijn omschreven bij eene
nota van den 17en December 1795, waarbij hem de rang naast de
Prinsen Mangkoe Boemi en Boemi Noto toegekend, en hij van alle
heerendienstenmet uitzondering van slechts eenigevrijgesteld
wordt; voorts is met genoemden Prang Wedono eene acte van
verband gesloten op 25 Januari 1796, die door hem plechtig is
beëedigd, en nagenoeg gelijke verbintenissen behelst als die door
zijn grootvader waren aangegaan, en waarbij hij belooft, nimmer iets
tegen den Sulthan of zijne opvolgers, landen of onderdanen te zullen
ondernemen of doen ondernemen, dat tot eenig nadeel zoude kunnen
strekken, tenzij daartoe door de Compagnie speciaal geautoriseerd
of gelast zijnde.
Terwijl het hof van Soerakarta de beste rust bleef genieten onder
de regeering van Pakoe Boewono II, ondervond dat te Djokdjalcarta veel
innerlijke stoornis door de verdeeldheid en intrigues der hovelingen,
en de bekende wispelturigheid, wreedheid en onrust van den
Sulthan Ilamangkoe Boewono II, die tot vele kuiperijen en oneenig-
heden aanleiding gaven.
Deze Mangkoe Negoro stierf 26 Januari 1835 te Soerakarta.