498 te leggen, zond hij eene macht uit onder Raden Toemenggoeng Poerwo di Poero om hem te volgen. De Raden Ronggo verzamelde veel macht in Madioen om zijne plannen uit te voerenhij overweldigde daarmede het naburige district Magetan onder DjokdjaJcarta, welks Regent zijne partij niet had willen omhelzen. Op deze tijding werd de Sul- than tegen den Raden Ronggo verbitterd, dewijl hij zich veroorloofde, zijn grondgebied ook aan te randen, terwijl de vorst zich toen ook verbeeld de, dat de Raden Ronggo zich misschien onafhankelijk wilde maken. Eene tweede macht onder Pangeran Dipo KoesoemoRaden Toe menggoeng Martoloijo en den Regent van Wirosari, Raden Toe menggoeng IJoedo Koesoemowerd door den Sulthan van Djokdja- harta afgezonden, met last om den Raden Ronggo levend te vatten. De Rijksbestierder, die den Sulthan altijd tegenwerkte en een vijand van den Raden Ronggo was, vaardigde een bevelschrift van den Vorst aan deze legerhoofden uit, hetwelk hij heimelijk van des Sulthans zegel voorzag en waarbij werd gelast, den Raden Ronggo en zijne voor name aanhangers om het leven te brengendit gedrag was aan den eenen kant wel strafwaardig, doch de rust des lands werd daardoor bewaard, en het is even goed mogelijk, dat de Rijksbestierder dit alleen daarom als uit partijdigheid zal hebben gedaan. De Kroonprins, de Rijksbestierder en Danoe Koesoemo onderrichtten inmiddels den Maarschalk van de bestaande samenspanning, tengevolge waarvan de Prins Koto Koesoemo als gijzelaar geëischt en onder ge leide van den Rijksbestierder naar Samarang gevoerd en vervolgens naar Tjirebon of Batavia gezonden werd. De Raden Ronggo en zijn aanhanger Mas Toemenggoeng Somo Necjoro van Padangan waren intusschen door hunne meeste volgelingen verlaten en werden krachtens den geheimen lastbrief door des Sulthans af gezonden Regenten omgebracht. De Maarschalk trok alstoen met een leger, vergezeld door den Rijksbestierder, naar Djokdjakartaom zich van de bedoelingen des Sulthans te verzekeren; zijne komst maakte een grooten indruk bij den Vorst, en hoewel deze betuigde, niet medeplichtig aan den opstand van den Raden Ronggo te zijn, werd hij nogtansdoor den Maarschalk ver plicht, het bestuur van zijn rijk aan den Kroonprins over te geven, die onder den titel van Kangdjeng Podjo, de regeering aanvaardde.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 507