- 505 - Deze Prins mag daardoor als de voornaamste bewerker van deze plannen worden aangemerkt. Het gevoelen van eenigen, dat de beide Vorsten eene samenzwe ring tegen het Gouvernement zouden hebben aangegaan, is in zoo verre overeenkomstig de waarheid, dat zulks in uiterlijken schijn be stond; want er werden voldoende blijken gevonden dat geheime onder handelingen tusschen beide hoven hebben plaats gehad. Doch minder grond is er, te veronderstellen, dat deze samenspanning haar beslag zoude hebben gekregen, en beide Vorsten met vereenigde krachten de Europeanen zouden hebben beoorloogd en elkander trouw zouden zijn gebleven. Zoowel de diep ingewortelde haat tusschen de ho ven, als de zekerheid dat hunne wederzijdsche belangen nimmer zijn overeen te brengen, is eene bestendige hinderpaal tegen zoodanige samenspanning. De overeenkomst mag dus verondersteld worden, aan beide kanten geveinsd geweest te zijn, en aangegaan met het voor nemen om na de verwijdering der Europeanen elkander ten onder te brengendit waren ten minste de inzichten van het Soerakartasche hof. De belegering van den kraton van Djokdjakartci was door de Enyelsclien met buitengewonen spoed en groote behendigheid ten uitvoer gebracht, zoodanig dat de kraton in hun bezit en de Sulthan gevangen genomen was, voor dat het Solosche hof het minste plan daartoe, noch eenig bericht van het oprukken der troe pen naar Djokcljakarta was te weten gekomen. De tijding van den afloop der vermeestering kwam alzoo op het onverwachts te Soera- karta en maakte op den Soesoehoenan zoodanigen hevigen indruk, dat hij alle plannen van verzet liet varen en zich ook de gelegenheid benomen zag om die ten uitvoer te brengen. De spoedige aankomst van den Gouverneur Baffles en de indruk, teweeggebracht door- den val des Sulthans en zijne onverwachte vernedering, kwamen elke uitbarsting van vijandelijkheden voor. Het deel, dat het hof van Soerakarta aan de samenzwering had gehad, zoomede de door dit hof gemaakte geheime toebereidselen kon den echter niet verborgen blijven, doch raakten door middel van des Soesoehoenans vijanden weldra bij het Gouvernement bekend, dat daarvan ook zoodanige bewijzen heeft bekomen, dat aan de on trouw van den Soesoehoenan niet meer getwijfeld en zijn gedrag

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 514