- 507 - volgens ten behoeve van het Gouvernement afstand gedaan van zijn aandeel in de landen Kadoe en Patjitan en de districten Blora en Wirosobo benevens van de geheele administratie en het beheer der tollen in zijne landenwaartegen het Gouvernement hem eene scha deloosstelling van 120000 Spaansche matten'sjaars toelegdede Yorst deed wijders afstand van het monopolie der vogelnestjes en van den verkoop van amfioen alsmede van den uitsluitenden eigendom van al het djatihout in zijn rijk; eindelijk werden daarbij dezelfde bepalingen omtrent de rechtsplegingenz., gemaakt als met den Sulthan Hamang- koe Boewono III bij tractaat van 1811 zijn gestipuleerd. De Soe- soehoenan had zich bij dat tractaat ook verbonden tot de betaling eener som van 200000 Spaansche matten, waartoe hij echter na derhand volstrekt niet in staat was. De Gouverneur Baffles vond daarop goedhem in het laatst van 1812 die geldelijke uitkeering kwijt te schelden, mits hij op zich nam, de schulden van den Prang Wedono bij jaarlijksche termijnen van 6000 Spaansche matten af te betalenen dezen bovendien 1000 tjatjah's land in bezit af te staandit alles was eene belooning dei- gewichtige diensten, die gemelde prins het Gouvernement bij het beleg van Djolcdjakarta had bewezen. Om dezen prins nog zooveel mogelijk te bevoordeelenwerd bepaalddat het provenu der geconfisqueerde goederen van den Raden Adipati Tjokro Negoro dadelijk zou bestemd worden om in mindering der schulden van den Prang "VVedono te worden gebezigd. Hierbij dient nog te worden aangemerkt, dat volgens eenige overleveringentijdens het beleg van Djokdjakarta door de Engelschen, aan den Prang Wedono eenige vooruitzichten zouden geopend zijnzooal niet op den troondan ten minste in het bezit van eenige belangrijke districten van dat rijk te komener bestaat evenwel geen grond om daaraan geloof te slaandewijl die prins geen recht tot dien troon had, terwijl er een wettig en erkend opvolger bestondnamelijk de Kroonprinshoewel het recht des overwinnaars, aan den anderen kant, de vrije beschikking over het rijk medebracht bovendien heeft de uitkomst geleerd, dat de Kroonprins in zijns va ders plaats is gesteld, en wanneer aan den Prang Wedono eenige toezegging ware gedaan, zou hij ongetwijfeld zijne rechten hebben doen gelden en, desnoods, zijne vermeende aanspraken met kracht

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 516