- 512 Breedte, hoogte en dakhelling zijn zoo gering' mogelijk genomen; tusschen de beide rijen baleh-baleh's zijn uitgeschulpte bamboezen klos sen voor de geweren en daarboven op den bamboezen bindbalk kleedingtasch-stellingen in laddervorm bevestigd. Een rondloopende greppel belet de binnenstrooming van het regenwatervan voetstukop- hooging kan natuurlijk geene sprake zijn; de uit de goten gegraven specie dient eenvoudig tot egalisatie der kuilende gebouwen en baleh-baleh's volgen de algemeene helling van het terrein. Yoor het voorloopige logies, zoowel in den Kraton als later in vele der nieuw opgerichte versterkingenbleef dit type van toepassing. Yoor zooveel deze gebouwen hier onder 's vijands vuur moesten worden opgerichtwerd spoedshalve de dakbedekking van gemakkelijk aan te voeren en uit te leggen asphaltvilt of carton-cuir genomen en later, wanneer de omstandigheden zulks veroorloofden, door atap vervangen. Waar palissadeeringen of wallen geene voldoende beschut ting tegen de hevige winden opleverden, werden de loodsen aan de blootgestelde zijden van paggers of lcadjangmatkleppen voorzien; de andere zijden kunnen in de volgepropte versterkingen gewoonlijk open blijven. Waar mogelijk werd het bamboezen stijlwerk door plaatselijk gekap te pinang- en klapperstijlen vervangen en zoodoende aan het gebouwde langzamerhand de meerdere sterkte gegeven, die voor een steeds langduriger gebruikdan waarop in den regel aanvankelijk gerekend werd, noodzakelijk bleek te zijn. Yoor officierswoningen toegepastwordt dit type wat .verhoogd en van voor- of achtergallerijtje, dan wel van beide voorzienin't laatste geval werden die gebouwen, waarvoor niet altijd zware bamboezen beschikbaar zijn, door hunne meerdere hoogte wel wat zwak tegenover de zware in Atjeh heerschende winden. De bamboezen hospitaalbarakken. Plaat no. 10. Tot 1875 was in Atjeh voor het logies van troepen en verder XII. TIJDELIJKE GEBOUWEN SMAL KAZERNETYPE.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 521