549 benoeming van onderofficieren, die aan de Militaire school te Meester- Comelis voor den rang van 2™ Luitenant-kwartiermeester worden opge leid, is liet nimmer mogelijk geweest, alle vacatures op die wijze te ver vullen. Het aantal élèves van de Militaire administratie aan die school was steeds geringer dan het getal ontbrekende officieren, en vooral na de invoering in 1875 van het moeilijker examen voorden rang van 2en Luitenant-kwartiermeester werd het aantal aspiranten geringer. Men is daardoor genoodzaakt geworden, in ruime mate toe te passen artikel 20 van het Koninklijk besluit van 24 November 1859, No. 69, waarbij is bepaalddat de aanvulling der vacatures bij de Militaire ad ministratie in enkele gevallen kan geschieden door overplaatsing, met of zonder bevordering, van officieren van de verschillende wapens van het leger. V erder zijn de opengevallen plaatsen aangevuld door benoeming van onderofficieren van het Nederlandse!ie leger en door overplaatsing van officieren der Militaire administratie van dat leger, soms ook van officieren der Nederlandsdie Infanterie. Ook is een goed deel der va catures vervuld door benoeming van officieren van Administratie en scheepsklerken der Marine. Eindelijk heeft men in vorige jaren eeni- ge particuliere personen tot 2™ Luitenant-kwartiermeester benoemd. Op het oogenblik bestaat het corps officieren der Militaire admi nistratie in Indië uit 53 officieren, afkomstig van de Militaire school te Meester-Corne ll lisdan wel uit de gelederen in Indië de Militaire administratie van het Ne- derlandsche leger 20 3 16 v het Instructie-bataillon te Kampen de Nederlandsche Infanterie het officierscorps dor Indische Infan terie (waarvan 9 van de Koninklijke Militaire Academie te Breda 33 13 van particulier tot den officiersrang benoemd. Koninklijke Nederlandsche Marineen 155 De opleiding voor den rang van 2on Luitenant-kwartiermeester bij de Militaire school te Meester- Cornells biedt na de invoering der moei-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 558