556 dance-cursus worden behandeld. Doch neem het tegendeel aandat ondanks de drukke bezigheden der administratie-officieren in deze heete luchtstreeker onder hen eenigen gevonden zullen wordendie enkel uit zucht om meer kennis van hun vak te verkrijgen, zich de moeite geven om zich voor te bereiden tot het afleggen van het toe latingsexamendan zoude toch slechts per jaar een hunner naar Neder land kunnen worden gedetacheerd. Ik denk echter niet, dat er velen dezer zullen worden aangetroffen. Het toelatingsexamen toch omvat, behalve de aardrijkskunde, dat veel geheugen vordert, (waartoe moet eigenlijk de Indische Intendant b. v. al de straat-en spoorwegen, rivieren en kanalen van België, Frankrijk en Duitschland van buiten leeren?) niet minder dan drie vreemde talenbenevens de beginselen der natuur- en scheikunde. Mogen er al onder de officieren sommigen worden gevonden, die in hunne jeugd grondig FranschDuitsch en Engelsch hebben geleerd, ik geloof niet, dat hun aantal groot iszelfs aan de Koninklijke Militaire Academie liet de studie der talen veel te wenschen over. En indien men eene taal vroeger niet grondig heeft geleerd, dan raakt men haar na ver loop van eenige jaren ontwend, en gaat het niet zoo gemakkelijk, op lateren leeftijd zich b. v. het Duitsch of Engelsch wederom zoo spoe dig eigen te maken, dat men aan de eischen van het toelatings-exa- men kan voldoen. Dit examen toch mag niet luchtig worden afgenomen, daar men waarborgen dient te hebben, dat de aspirant alle in die talen geschreven wetenschappelijke werken over de te behandelen vakken vlug begrijpt. Dan volgen de natuur-en scheikunde. Onder de adminis tratie-officieren zullen er slechts weinigen gevonden worden, die beide vakken in hunne jeugd grondig hebben beoefend. Ofschoon nu dat ge deelte, hetwelk voor het toelatingsexamen vereischt wordt, gemakkelij ker zal zijn aan te leeren dan de talen, wordt niettemin eene behoorlijke kennis van wiskunde vereischt om natuur- en scheikunde te bestudeeren. Sommigen zullen dus moeten beginnen, met de leerboeken hunner jeugd weder op nieuw ter hand te nemen. Verder zullen in den regel alleen de Luitenants-kwartiermeester op de drie of vier hoofdplaatsen in Indië in de gelegenheid zijn, behoorlijk onderwijs in de voor het toelatingsexamen vereischte vakken te ontvangen, en zullen velen, ook om de daaraan verbonden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 563