559 expeditiën, telt men niet minder dan 19 onderintendanten der 2° klasse, waarvan jaarlijks 4 a 5 moeten worden aangevuld. Wil men het corps Intendanten uitsluitend doen bestaan uit man nen, toegerust met de veelzijdige kennisdie van hen moet worden gevorderd, dan zal eene speciale opleiding voor dezen tak van dienst moeten plaats vinden. Daaraan zal echter eene reorganisatie van het corps officieren der Militaire administratie moeten voorafgaan. Bij de tegenwoordige organisatie, waardoor van de 150 officieren slechts een den kolonels- en een den luitenant-kolonelsrang kan be- kleeden, zullen bezwaarlijk hoogere eischen aan de officieren der Intendance kunnen worden gesteld. De moeilijkheid, die men reeds nu ondervindt om het corps administratie-officieren naar eisch te completeeren, en de in verband daarmede staande omstandigheid, dat men geen voldoend aantal officieren zal kunnen vinden om, hetzij aan den intendance-cursus der Krijgsschool, hetzij aan eene gelijksoortige inrichting in Indië te worden opgeléid, tot het verkrijgen der voor den militairen Intendant gevorderde kennis, zullen er verder waarschijn lijk toe leiden om over te gaan tot eene afscheiding van het corps Kwartiermeesters van dat der Intendance, en daarbij te bepalen, dat de toekomstige 2° Luitenants der Intendance aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda zullen worden opgeleid. Aan die Academie zouden de cadetten voor de Intendance de lessen kunnen volgen van de cadetten voor het wapen der Infanterie, met uit zondering van die in de versterkingskunst, tactiek, artillerie en wapen leer, exercitiereglementen, geodesie, hoogere en beschrijvende meetkun de en zouden zij, in stede daarvan, kunnen worden onderwezen in de scheikundetechnologiewarenkennisstaathuishoudkunde, de be palingen van het burgerlijk wetboek en het wetboek van koophandel, die den Intendant te pas komen, en in de Indische administratieve reglementen. Wellicht zoude het echter niet mogelijk wezen, al deze vakken reeds gedurende het verblijf aa.n de Militaire Academie grondig te onderwijzen en de cadetten geheel voor de intendancedienst op te leiden. Bovendien is het voor den Intendant, die tot eene zelfstandige be-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 566