569
noeg bleef in zijne constructiedeelen om eene gemakkelijke toepas
sing, onder allerlei voor de uitvoering nadeelige omstandigheden, te
kunnen waarborgen.
Gewone verdiepingsgebouwen van steen, van steen en hout en zelfs
van hout alleen vielen om het tijdroovende hunner oprichting al da
delijk buiten het kader.
Onzeker als men nog altijd omtrent onze definitieve vestiging was,
moest eene zekere mate van verplaatsbaarheid nog als eene voorwaarde
aan het type worden gesteld.
En het moeilijk vervoer, zoo te water als te land, van zware bal
ken noopte dringend tot eene poging, door juiste constructie-details
de houtwerken tot minimaal- afmetingen terug te brengen en daardoor,
behalve het vervoer, ook de opstelling te baten.
De eenige wijze om hiertoe te geraken, was in houten gebouwen,
volgens het gebintstelsel geconstrueerd, de wandstijlen als onderstijlen
te doen doorloopen, alzoo verhoogde gebinten te vormen en deze op
den grond te plaatsen.
Het plan, naar deze opvatting opgemaakt, is op teekening No. 13
voorgesteld.
Zonder in te groote houtafmetingen te vallen of de stijfheid van
het gebouw in het stormachtige Atjeli in gevaar te brengen, kan de
vloer niet hooger dan 2 M., de vloerhoogte der goede Atjehsche hui
zen, en de wand niet hooger dan 4 M. komen.
Het gebouw is met sierappen ingedekt en van de gewone
ventilatiemiddelen voorzien.
De vervanging der langsche gallerijen door een flink dagverblijf
tusschen de chambrées is vooral bij dit gebouwtype eene overwegen
de bezuinigingde onderofficierskamers, met enkele accessoire localen
op de hoeken der gebouwen geplaatst, erlangen kleine afdaksgallerijen.
Eveneens hebben de wacht- en arrestlocalen en het stafsgebouw
eene langsche afdakgallerij, dewijl zonder deze de gemeenschap bin
nendoor met de verschillende kleine localen te lastig en kostbaar zou
worden.
Nadere details omtrent de uitvoering van het geschetste gebouw
type zijn de volgende.
De dubbele slapers, waarop het geheele gebouw rust, liggen op