588 ziging kon en moest gebracht worden. Om die overtuiging te geven, moeten wij verzoeken, de in de vorige gedeelten van dit opstel be schreven oorlogen nog eens na te gaan. Doen wij dat, dan zullen wij moeten erkennen, dat de rust op Java niet onvoorwaardelijk ver zekerd kon zijn, zoolang de Vorstenlanden in een politieken toestand en eene verhouding tot het Gouvernement verkeerden als vóór den oorlog op Javawellicht is dat ook nu nog het geval. Indien wij al de handelingen en bemoeienissen onzer voorouders in de Javaansche aangelegenheden nagaan, dan ontwaren wij, dat, ongeacht daarvoor nog slechts eene flauwe hoop bestond, voor het welgelukken van het groote plan, dat door hen voor de toekomst bereid werd, zij van de stellige overtuiging doordrongen waren, dat de heerschappij over Java onverdeeld onder het Nederlandsch Gou vernement moest gebracht wordenelke daaddie zij bedreven draagt daarvan de kenmerkenen hoe gering in macht zij ook dik werf warengevoelden zij hunne grootheid door hunne moreele meer derheid en het onwankelbaar geloof in de uitvoerbaarheid hunner plannen. "Wij willen niet onderzoeken of hunne handelingen steeds den toets van strikte billijkheid of rechtvaardigheid konden doorstaan en met de regels van zedekunde en wijsbegeerte waren overeen te brengenwant dan zouden wij tot de eerste komst der Nederlanders in deze gewesten moeten opklimmen; doch volgens de beginselen eener gezonde staatkunde moeten onze pogingen daarhenen leiden, om het eens verkregene, waarop wij door de kracht der wapenen ons recht deden gelden, te behouden en die maatregelen te nemen, welke ons in het ongestoord bezit van het eens in onze handen zijn de kunnen laten blijven, Al ras en vaak ondervonden wij, dat onze vestiging op Java weinig soliditeit bezatzoolang Inlandsche vorsten en grooten op een enkelen wenk geheele districten konden in opstand brengenwant wat baat het onshunne landen aan ons bestuur te onderwierpenzoo lang zij daarop hun invloed kunnen uitoefenen en onafhankelijk van het Ne derlandsch Gouvernement zijn? Elke gelegenheid werd derhalve gretig aangenomen om ons gezag op Java uit te breiden, en de gebeurtenissen in de Vorstenlanden gedurende de jaren 1809—1825 hadden de Torsten in het verschiet doen zien, waarop al ons streven

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 595