598
ding waren van het Solosche hof, om daaruit af te leiden of het
raadzaam ware geweest, onder die omstandigheden andermaal eene
poging te doen om Dipo Negoro te bevredigen dan wel tot andere
middelen onze toevlucht te nemen, om zoodoende een einde aan de
onlusten te maken.
Indien wij deze uit een onpartijdig oogpunt beschouwen, kunnen
wij niet ontkennen, dat wij meestal, en ook hier weder, door onze ei
gene handelingen aanleiding hebben gegeven tot de onlusten, welke
zoo vaak op Java zijn uitgebroken. Wij hadden in de laatste tij
den vele belangrijke districten aan de Yorsten ontnomen en ons wel
eens verwonderd, dat zij in dien afstand zoo gereedelijk toestemden;
doch het waren zelden de Yorsten geweest, die daarbij eenige ver
liezen hebben geleden, maar altijd de Pangerans en Regenten, die
daardoor zoodanig in hunne inkomsten werden besnoeid, dat zij ter
nauwernood konden bestaan, nu zij bij hunne eigene behoeften ook
nog de Europeesche hadden leeren kennende ontneming van Ka-
doewaardoor in het bijzonder de Solosche onderdanen veel verloren
hebben, heeft eene ontevredenheid veroorzaakt, welke lange jaren
heeft voortgeduurd.
In dien staat van algemeene ellende van den kleinen man en ach
teruitgang der finantiën van de aanzienlijken was het niet te ver
wonderen, dat deze, als nagenoeg niets meer kunnende verliezen, de
eerste gelegenheid de beste aangrepen, eene kans te wagen om,
zoo mogelijk, eenige verloren landschappen terug te bekomen, ten
einde hun staat te verbeteren. Wij houden het er stellig voor, dat
later bij het hof van Soerakarta de stille hoop werd gekoesterd, dat
de oorlog niet spoedig beëindigd zoude zijn, en het Gouvernement
verplicht zoude wezen, met Dipo Negoro eene overeenkomst tot af
stand van landerijen te treffen, waardoor het Solosche hof alsdan
zoodanige vermeende billijke eischen zoude doen gelden om eenige aan
winst van land te bekomen.
Het is ons Gouvernement gelukt, den Pangeran Dipo Negoro le
vend in onze handen te krijgen; en men weet, dat het Solosche hof,
ofschoon later quasi onzijdig, toch vroeger de handelingen van Dipo
Negoro heeft aangemoedigd, en de Soesoehoenan zelf in het begin dei-
onlusten zijne toezegging tot hulp tegen het Gouvernement heeft ge-
38