594
geven, doch naderhand, toen dat gedrag door den Resident Mac
Gillavnj ontdekt, en de Generaal De Koek ter goeder ure te Soera-
karta aangekomen was, dit plan heeft laten varen; maar niettemin
de schraapzuchtige en onoprechte Panembahan Boerni Noto in het
geheim alle mogelijke moeite deed om het slagen der pogingen van
het Gouvernement en den Pangeran Adipati Ario Mangkoe Negoro te
verijdelen; de tijd heeft geleerd in hoeverre de Rijksbestierder daar
in al of niet een werkend of lijdelijk deel genomen heeft en daar
door tegenover het Gouvernement strafwaardig is geworden.
Dat er onder de Pangerans van het Solosche hof eenigen gevon
den werden, wier inkomsten van weinig beteekenis waren en die
bovendien onder een schuldenlast gebukt gingen en indien zij
daartoe slechts de minste aanleiding of gelegenheid vonden, zich
gaarne van Solo zouden willen verwijderen om hun geluk te beproe
ven, zal geen betoog behoeven, en wij willen volgaarne bekennen,
dat het ons verwonderd heeft, hoe dat in het begin van den opstand
geene plaats heeft gehad.
Wanneer wij onder al die omstandigheden in aanmerking nemen,
dat de geschiedenis ons nog geen voorbeeld heeft doen kennen van
een land, waar oproerige prinsen op eeue andere wijze tot hun plicht
zijn teruggebracht dan door hunne grieven weg te nemen en hen
tevreden te stellen door afstand van land, het verzekeren hunner on
afhankelijkheid of eene verheffing tot vorstelijke waardigheidwan
neer wij voorts daarbij den toenmaligen toestand van Java verge
lijken, dan vragen wij onwillekeurig ons zeiven af of, door de toepas
sing dier middelen, aan den oorlog van 1825 1830 niet spoediger een
einde had kunnen worden gemaaktmaar wanneer wij tevens, zonder
eenig vooroordeel, de in de vorige eeuwen op Java gevoerde oorlogen met
dien van 1825 1830 vergelijken, dan zien wij, dat de oorzaken van
den laatsten oorlog van een geheel anderen aard waren. Werd vóór
1825 door het bevredigen van den verongelijkten en muitenden Pan
geran meestal een einde aan den oorlog gemaakt, bij den laatsten
Javaschen oorlog kon daarvan geene sprake zijnwant gesteld al
eens, dat Dipo Negoro zich onder zekere voorwaarden hetzij tot
afstand van den Djokdjaschen troon of een gedeelte van het rijk on
derwierp, zoo gelooven wij, dat de rust daardoor nog lang niet her-