634
denkbeelden van den Raad van State, de hechtenis overal, waar zij in
dezen titel was bedreigd, is vervallen.
Verslag der Commissie van rapporteurs ïn de Tweede Kamer der
Staten-Generaalmet het antivoord van den Minister
van Justitie1880.
Art. 7. Dit artikel gaat te ver. Niet alleen beaamt de Commissie de
aanmerking van den Raad van State, maar zij meent ook dat een Ne
derlander in den vreemde dikwijls door de zeden van het land, waar hij
zich bevindt, tot tweegevecht kan gedwongen worden. In die gevallen
te straffen, ware niet te billijken. Vooral nu het ontwerp de uitdaging
tot tweegevecht strafbaar stelt, zou het artikel zonder bezwaar geheel
kunnen vervallen.
Dat dit artikel (oud) inderdaad te ver ging, stemt de Minister gereedelijk
toe. Ook van den Nederlanderdie het land verlaat om even over de
grenzen te duelleeren, behoeft wegens de nieuwe redactie van artikel
5, N° 2 niet gesproken te worden, daar zoowel in Duitschland als
België het duel strafbaar is, en dergelijke poging tot wetsontduiking
dus niet zou slagen.
TITEL VI.
Tweegevecht.
De algemeene opmerkingen der Commissie en het antwoord des Ministers
zijn reeds medegedeeld. [Zie de vorige aflevering van dit tijdschrift].
De detailopmerkingen volgen hieronder.
Art. 166. Wat is de reden, dat de overbrenger van eene uitdaging
volgens dit art. 2°. gestraft kan worden met 4en de uitdager zelf slechts
met 2 maanden gevangenisstraf?
De Commissie zou den overbrenger alleen willen straffen als het twee
gevecht gevolgd is. Hij die eene uitdaging overbrengt, is dikwijls juist
degene, die de zaak in orde maakt en het duel voorkomt.
Eene minderheid der Commissie meende echter de straf op het over-
De Nederlandsche strafwet is toepasselijk op den Nederlanderdie zich buiten
het rijk in Europa schuldig maakt:
2°. aan een feit, hetwelk door de Nederlandsche strafwet als misdrijf wordt beschouwd
en waarop door de wet van het land, waar het begaan is, straf is gesteld.