636
geen tweegevecht in den zin van dezen Titel. Het in art. 169 op te
nemen, ware zelfs onmogelijkwant bij een Amerikaansch duel wordt
men niet gedood door de tegenpartijmaar door zich zeiven. Ten einde
aan het verlangen der Commissie te gemoet te komen, is art. 318 eenigs-
zins gewijzigd.
Alinea 5. [Poging tot tweegevecht]. Deze alinea moet naar het oordeel
der Commissie worden weggelaten. Wanneer reeds de verwijderde poging
in art. 167 wordt strafbaar gesteld, moet a fortiori de onmiddelijke
poging zelve met straf bedreigd worden.
ANTWOORD.
Omtrent de straffeloosheid der poging zie 's Ministers argumentenme
degedeeld in de voorgaande aflevering van dit tijdschrift.
Art. 169. Zie ad art. 168.
3°. ten nadeele van de wederpartij moet ook betrekking hebben op het
eerste geval van deze zinsnede. Immers het bedrog kan ook geschieden
ten voordeele van de wederpartijbij voorbeeld door den kogel van het
pistool te nemen.
De afwijking van de voorwaarden ten nadeele van de tegenpartij kan
geheel onwillekeurig geschieden; in dat geval moet echter het tweegevecht
niet geacht worden van aard te zijn veranderd. Aan deze bezwaren
wordt te gemoet gekomen door voor het 3e geval te lezen„indien de
dader opzettelijk ten nadeele der wederpartij zich aan eenig bedrog schul
dig maakt of van de voorwaarden afwijkt."
ANTWOORD.
De redactie is gewijzigd.
Art. 170. Eene minderheid wilde de getuigen wel straffen.
Ook als van het duel een delictum sui generis wordt gemaakt, blijft
het toch een misdrijfzij die dat misdrijf mogelijk maken, moeten
derhalve ook worden gestraft. Het straffen der getuigen zal bovendien
een uitstekend middel zijn om de tweegevechten te beteugelen.
Alin. 2. 2°. Ook hier moet uitgedrukt worden, dat het bedrog door
de getuigen geschieden moet ten nadeele der partijen- dat het
door partijen gepleegd bedrog ten nadeele van de wederpartij moet zijn
geweest en dat de afwijking der voorwaarden opzettelijk moet hebben
plaats gehad.