637
ANTWOORD.
De redactie is ook kier gewijzigd. De woorden „opzettelijk en ten
nadeele van" bekeerschen alles wat volgt.
Alin. 3. In deze alinea zal ook, even als in alin. 2. 2°. moeten opge
nomen worden het gevaldat de getuige zelf zich aan bedrog schuldig maakt.
ANTWOORD.
De redactie is gewijzigd.
In één adem te spreken van „bedrog" en „toelaten van bedrog" is
alleen dan geoorloofd, wanneer dat toelaten opzettelijk geschiedt. Dit
woord is dan ook ingelascht; de woorden opzettelijk en ten nacleele van
die partij beheerschen ook hier alles wat volgt. Vergelijk de redactie
van de Staatscommissie (art. 172.)
Over de verandering van bedrog in bedriegelijke handeling zie ad art.
113.
Nota van den heer Lenting.
Art. 7. Hier wordt het tweegevecht, dat tusschen een Nederlander en
een vreemdeling buiten het Rijk in Europa plaats heeft, strafbaar gesteld,
en ook tusschen vreemdelingen, die zich tot het houden van het tweege
vecht buiten het Rijk in Europa hebben begeven. De Heer De Ranitz
(Weekblad van het Regt, H° 4330) noemt dat terecht eene wel wat
ver gedreven zorg van den Nederlandschen wetgever, dat namelijk de
Nederlanderdie bijv. te Monaco met een vreemdeling duelleert, strafbaar
is. Deze opmerking klemt te meer, als men in aanmerking neemt, dat
art. 1G8, lste lid, reeds het tweegevecht op zich zelve straft, ook zelfs
wanneer geen lichamelijk letsel het gevolg er van is. Wanneer dus een
tweegevecht tusschen een Nederlander en een vreemdeling geheel bloe
deloos te Monaco plaats heeft, dan toch zijn de beide partijen hier te
lande strafschuldig. Gaat men daarmede niet te ver? Gaat men niet te
ver, indien men het tweegevecht tusschen een paar vreemdelingen, die
zich daarvoor buiten 's lands begeven, en welk tweegevecht zonder licha
melijk letsel afloopt, aan eene vervolging blootstelt, indien zij niet onmid-
delijk, doch binnen de zes jaren (tijdstip der verjaring) hier te lande
terugkeeren