652
Ook bespreekt de schrijver met een enkel woord liet gebruik van lucht
ballons (ballons captifs) tot verkenning der vijandelijke stelling, enz.
„Wij weten niet", zegt hij, „in welke mate daarvan o. a. gebruik kan
gemaakt worden bij den moeilijken verkenningsdienst in onze Overzeesche
gewesten."
Dat gebruik zal, dunkt ons, in lndie wel altijd uiterst beperkt blijven.
Een Europeesch operatietooneel draagt een geheel ander karakter dan
een Indisch. Op het eerste zullen, uit een ballon gezien, de bewoonde
plaatsen, versterkte punten, stellingen, wegen, terreinafsnijdingen, zelfs
troepencolonnen zich vrij scherp tegen den omtrek afteekenen. Maar in
een Indisch terrein zou men van dit alles niets zien, omdat er gewoonlijk
niets van bestaatde verkenning uit den ballon zou doelloos blijken. De
eenige gelegenheid, waarbij misschien met vrucht gebruik had kunnen ge
maakt worden van een ballon captif, is voorgekomen bij het zoeken naar
de juiste ligging van den kraton in Atjeh.
Wij vertrouwen hiermede de belangrijkheid der brochure van den Kapi
tein Van Dam van Isselt voldoende te hebben aangetoond en bevelen
hare bestudeering met warmte aan. De Indische Infanterie-offlcier heeft
bij het hundelvuur evenveel belang als de Nederlandsclie wapenbroeder.
R.
November 1880.
Het hedendaagsehe gevecht. Gevechtsvor-
men der Infanterie, Cavalerie en Artillerie
door W. Booseboom, Kapitein van den Ge-
neralen staf. Tweede deel. Het gevecht der
Cavalerie. Het gevecht der Artillerie,
's Grrave.riha.ge. De Gebroeders Van Cleef.
1880.
Spoediger dan wij, met het oog op den omvang van het werk, ver
wacht hadden, verscheen het tweede deel van het boek van den Kapi
tein lloosehoom, waarin als slot het gevecht der Cavalerie en dat der
Artillerie behandeld worden. Het tweede onderdeel van het werk, dat
de Cavalerie behandelt, begint met eenige opgaven omtrent de sterkte,
organisatie, bewapening en indeeling van de ruiterij bij het veldleger in
eenige Europeeschc staten. Wij zien daaruit, dat het verschil tusschen
lichte en middelsoort-cuwalevie eigenlijk niet aan te geven en de verdee
ling in zware en lichte cavalerie tegenwoordig om tactische redenen niet
bepaald noodig en, met het oog op de tweeledige taak der ruiterij, ééne