653
soort de Uchte volkomen voldoende is. Gemiddeld mag men rekenen,
dat 4 veld-eskadrons een regiment vormen, elk eskadron gemiddeld sterk
5 officieren en 150 onderofficieren, korporaals en ruiters, met 138
troepenpaarden. Dat er altijd meer ruiters dan paarden zijn, begrijpt ie
dereen. Dat is in elk leger. Eene bepaalde verhouding tusschen ruiters
en paarden bestaat er niet.
Beknopt, maar zakelijk zijn de daarop volgende beschouwingen over
de bewapening der Cavalerie. De ruiterij met sabel en revolver te be
wapenen, waarvan de sedert gepensioneerde Luitenant-Kolonel Van der
Putt en ook Denison, een echte Amerikaan, voorstanders zijn, wordt
door Brix en de meeste bevoegde schrijvers niet wenschelijk geacht.
Sabel en karabijn (voor het gevecht te voet van groote waarde) Sabel
en lans, die bij het gevecht te voet weinig of geene waarde hebben?
Sabel, lans en karabijn, zoo als de Ulanen in Duitschland hebben? De
lansen bij de Engelsche Cavalerie zijn van bamboeze worden sedert ook
bij de Duitsche Cavalerie beproefd. Maar lansiers zoo als onze oude
Djaijang sekar moeten zeer geoefende ruiters zijn. Yoor het goed ge
bruik der lans is een krachtiger arm noodig dan voor dat van de sabel;
en als een eskadron lansiers even goed en gesloten rijdt als een eskadron
sabelruiters, dan kan men er zeker van zijn, dat het eerste veel beter
geoefend is. Lansiers moeten geboren ruiters zijnen volken, waarbij het
rijden geene gewoonte is, zullen nooit bruikbare Ulanen leveren. Een
goed gebruik der lans is veel moeilijker te leeren dan dat der sabel. Als
wij dus aan dit alles denken, moet men de Indische Cavalerie het liefst
met sabel en karabijn bewapend zien. "Wat voor eene sabel, steek- ol
houivsahel? Ook dat behoort onderzocht te worden, waarbij niet over
het hoofd worde gezien, dat het Germaansche ras meer tot houwen, het
Romaansche ras meer tot steken geneigd is. En de Inlander Alleen
wanneer de kling buitengewoon scherp is en hieraan moet veel zorg
worden besteed kan eene sabelhouw iets beteekenen. Goed slijpen is
dus geene bijzaak. En de scheden Zijn bij onze bereden wapens natuur
lijk nog metalen scheden. Toch zijn lederen te verkiezen. Zij schitteren niet.
Zij klepperen niet. Zij roesten niet. Zij zijn lichter en de klingen blijven
daarin beter scherp. Hoe behooren sabel en karabijn aan den cavalerist ver
bonden te worden; moeten zij door den ruiter zeiven gedragen of aan het za
del bevestigd worden? Daarover zijn verhandelingen te schrijven, en
toch weet de schrijver ons kort en bondig al de voor- en nadeelen daar
van op te sommen. Wat op dit oogenblik bij de bewapening der Cava
lerie op den voorgrond moet treden is voor de Indische Cavalerie zeker een