63
gesteld. Yooi' mannen laat zich dit op gelijke wijze verklaren als
hiervoren geschiedde voor vrouwen. Zij, die verzekeringen «p het
leven sluiten, hehooren bijna zonder uitzondering tot den gegoeden
stand, dat wil zeggen: men heeft tot in zekere mate te doen
met zoogenaamde uitgezochte lijven. Daardoor worden de onguns
tige levenskansen, voortvloeiende uit den invloed van een tropisch
klimaat, voor een groot gedeelte veronzijdigd. Zeer waarschijnlijk
zijn voor lieden van dien stand, zelfs in Incliëde levens kan
sen gunstiger dan die der bevolking in massa in Nederland.
Ook op de officieren is dit van toepassing. Goede voedingklee
ding en woning, geregelde beweging in de open lucht en gedurige
afleiding zijn belangrijke factoren om in Indië gezond te blijven.
Expeditiën daar gelaten, valt dat, alles hun in ruime mate ten
deel. Geen wonder dus, dat, vooral in de laatste jaren, nu de
wijze van leven der officieren veel meer met de eischen der gezond
heidsleer overeenkomt dan een kwart eeuw geleden, ook voor hen
de sterftekansen al gunstiger en gunstiger worden, en zelfs jaren
van krijg, met al de daaraan verbonden ontberingen en vermoeienis
sen, de percentsgewijze sterfte niet zoo aanmerkelijk doen stijgen
als schijnbaar het geval zou moeten zijn. Ook onder hen mag daar
om met grond worden aangenomen, dat de sterfte die onder de
massa der mannelijke bevolking van gelijken leeftijd in het moeder
land niet te boven gaat. Eenje vergelijking tusschen de sterfte-
tabellen, door David samengesteld, en andere zal derhalve niet zon
der waarde zijn, wanneer men wil onderzoeken, in hoevere men de
eerstgenoemde mag aannemen als grondslag voor berekeningen. Daar
om geef ik de volgende opgaven, loopende over vijfjarige tijdvakken
van 20- tot 7O-jarigen leeftijd.
Daarbij komt, dat, overeenkomstig hetgeen de ondervinding in Europa leerde,
ook in Indië de levenskanzen door het huwelijk schijnen toe te nemen. Immers was
de percentsgewijze sterfte v'm. 1851 t/m. 1871 onder de ongehuwde Indische officieren
gemiddeld 2,13 en onder de gehuwden daarentegen slechts 1,91 pCt. per jaar. Dat
die voor de gehuwden gunstige verhouding alleen aan bet leven in wettelijk gesloten
echt, zonder den invloed van bijomstandigheden, moet worden toegeschreven, valt
echter te betwijfelen.