65 volldng van Amsterdam volgens de tafels van Lobatto en 1,34 maal grooter dan die onder de Indische officieren, gehuwden en ongehuwden te zamen genomen, vóór 1860; 3° dat de percentsgewijze sterfte bij David in het vijfjarig tijdvak van en met 65- t/m 69-jarigen leeftijd klimt tot 11,822 °/0 onder gehuwde officieren, en 15,372 °/0 onder gepensioneerde officieren, tegenover 6,85 °/0 onder de massa der bevolking en 6,114 °/0 on der de gehuwde mannen in het rijkhetgeen bevreemdend is, omdat juist op hoogere jaren na het doorgestane acclimatatieproces de sterftekansen in Nederland en Indië elkander moeten naderen en er bovendien geene enkele reden bestaat om aan te nemen dat de sterfte tusschen de 65 en 70 jaren 1,3 maal grooter zou zijn onder de gepensioneerde officieren, waarvan 75 °/0 gehuwd, dan onder de (actief dienende) gehuwde officieren van het Indische leger. Ga ik een en ander na, dan kom ik onwillekeurig tot de vraag of Davidbij het toepassen van de wet der groote getallen, ook heeft over het hoofd gezien, dat die wet niet doorgaat, wanneer die groote getallen niets anders zijn dan het product, verkregen door het vermenigvuldigen van zeer kleine getallen. Hoe dit ook zij wenschelijk ware het, dat David de methode, bij het samenstellen zijner stert'tetafels gevolgd, en de gegevens, waarover hij beschikte, had medegedeeld. Ware dit geschied, dan zou zijn opgehelderd, hoe het komt, dat de cijfers in de kolommen 2 zijner sterftetafels, kleine verschillen daargelaten, in die voor gepensioneerde officieren bijna allen veelvouden zijn van 124 of 123, en in die voor gehuwde officieren van 137. Mede zou dan verklaard zijn, waaraan het moet worden toege schreven, dat op leeftijden boven de 55 jaar, wanneer de oorzaken of gevolgen der pensioneering op 43-jarigen leeftijd wel weinig invloed meer zullen uitoefenen, en de gepensioneerde dus zonder veel bezwaar, wat betreft sterftekansen, kan worden gelijkgesteld met den rentenier, tusschen de cijfers der beide sterftetafels verschillen worden opge merkt, als die op de leeftijden, welke wij, ter verduidelijking van ons betoog en voor het gemak van den lezer, in den op de volgende pagina voorkomenden staat, hebben opgenomen: 5

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 74