73
gemiddeld f 1000 te kunueii uitkeeren, niet, nog niet eens het dub
bele, maar bijna het driedubbele noodig zijn van hetgeen een of
ficier tegenwoordig betaalt voor weduwenfondsopvoedingsfonds en
begrafenisfonds.
Daar, waar David zegt, dat men bij alle levensverzekering-maat
schappijen levenslang eene premie moet betalen, vergist hij zich.
Dit is niet het geval. Men kan bedingen, dat de premie in eens,
gedurende een bepaald aantal jaren of levenslang zal betaald wor
den.Yoor personen, die geene groote som in eens kunnen missen
en wier middelen van bestaan op lateren leeftijd waarschijnlijk be
langrijk zullen verminderenis de tweede wijze van verzekering uit
den aard der zaak de beste De door David gewenschte bepaling,
dat bij eene vroeg of laat te verwachten verandering in de positie
van de verzekerdenminder zal betaald wordenis eene verbinding
van de tweede en derde wijze van betaling, overeenkomende met het
voorschrift, in het reglement voor het Militair Weduwen- en Weezen-
fonds dat de contribution alleen zullen geheven worden van de wer
kelijke inkomsten. Uit dat voorschrift vloeit van zelf voort, dat
niet alleen de gepensioneerde, maar ook hij, die verlofs- of nonacti-
viteits-tractement genietdus in 't algemeen hijwiens inkomsten
afnemenminder betaalt dan de officier in 't genot van het volle aeti-
viteits-tractement. Bij het Militair Weduwen- en Weezenfonds be
staat dus wat David bij zijn fonds wil invoeren, en waaromtrent
hij te recht aanmerkt, dat de mindere betaling na de pensioneering
eene koogere premie vóór dien tijd noodig maakt. Op den keper
beschouwdis die meerdere betaling alleen eene assurantie-premie
tegen de kans, later eene belangrijke bijdrage niet te zullen kunnen
voldoen.Maar juist daarom had Davidtoen hij mededeelde, dat
bij het Militair Weduwen-en Weezenfonds te veel betaald wordt, ook
dit voorschrift niet moeten vergeten.
Wat David zegt omtrent het „willekeurige van de tegenwoordige
wijze, waarop het bedrag der bijdrage wordt bepaald, dat eerst goed
uitkomtwanneer men zich eene verhooging der pensioenen voor
stelt", namelijk dat ieder gepensioneerde dan onmiddelijk evenredig
Zie almanak der Nederlandsch-Indische levensverzekering-maatschappij, bladz. 3
en 4, overzicht 1880.