76 niet kunnen doen, zonder de belangen van andere verzekerden en deelgenooten prijs te geven. Blijkbaar heeft David het afdoen der schuld, voortspruitende uit de voorwaarde, dat de premie in eens zal betaald worden, verward met het betalen van bijdragen, naar aanleiding van een beding, dat de premiën in zeker tijdvak zullen worden voldaan. Ook hier wordt de Regeering dus ten onrechte beschuldigd van onbillijkheid. Verder: Bevat het door David sub 8 voorgestelde omtrent het overgaan van het pensioen eener overledene weduwe of van hare kinde ren, behalve dat hij het uit te betalen bedrag niet afhankelijk wil stellen van het aantal kinderen, iets anders dan hetgeen bij arti kel 20 van het reglement voor het Militair Weduwen- en Weezen - fonds is bepaald? Zeker niet. Welnu, wanneer dit zoo is, wordt daardoor dan niet, nogmaals, een bewijs geleverd voor de onjuist heid van David's beweren omtrent te hooge betaling bij het Militair Weduwen-en Weezenfonds? Naar ik meen ja, want Davicl erkent, dat het invoeren van den door hem voorgestelden maatregel al we der eene verhooging der bij zijn fonds te betalen netto-premie zou moeten tengevolge hebben, terwijl hij zal moeten erkennen, dat ook het invoeren der overigens zeer billijke bepaling, dat uittredende le den een gedeelte der reserve zullen terug ontvangen, invloed moet uitoefenen op het bedrag der aan zijn fonds te betalen premiën. Evenmin als bij het bestaande, zullen bij het nieuwe fonds niet eer vol ontslagen officieren lid mogen blijven. Waarom niet? Hebben zij geene rechten verkregen door hun deelgenootschap, en is het niet onbillijk, hunne misslagen te wreken op de vrouwen en kinderen, ten wier behoeve de verzekering door den uit de dienst verwijder den echtgenoot en vader werd gesloten? Is David niet erg crimineel tegenover achterstallige betalers Ver reweg de meeste levensverzekering-maatschappijen passen het daar omtrent gecontracteerde niet al te streng toe, maar laten de vroeger verkregen rechten behouden, wanneer hij, die achterstallig is, zich onderwerpt aan een nieuw geneeskundig onderzoek en het verschul digde met bijbetaling van renten aanzuivert. Wat is de bepaling in het Koninklijk besluit dd. 3 Februari 1862, N° 8, dat de contributie zal verminderd worden, naarmate der over-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 85