77 - winsten, anders dan het openen der gelegenheid tot het uitbetalen eener bonus in den vorm eener lagere contributie? Eindelijk ik ga in David's geschrift eenige bladzijden terug de saldo's in kas in 1875 waren, het eerste grootendeels, het tweede geheel, het gevolg van zeer toevallige omstandigheden, namelijk de verhooging der tractementen in 1874, welke nog in 1875 haren in vloed liet gevoelen, en de verhooging der tractementen in 1876. "Was de buitengewone vermeerdering van inkomsten, die daaruit voortvloeide, niet tusschenbeide gekomen, dan zouden de uitgaven de inkomsten reeds in 1876, instede van in 1877, zijn begonnen te overschrijden. Hoe betreurenswaardig zouden, de hiervoren aangetoonde noodza kelijkheid eener reserve in aanmerking nemende, niet de gevolgen zijn geweest, wanneer, overeenkomstig den wensch van Davidhet opmaken der balans tot vaststelling der contributie, te rekenen van 1874, slechts om de vijf jaren had plaats gevonden, en de toevalli ge overwinsten in 1875 en 1876 aanleiding hadden gegeven tot het vaststellen der contributie ook voor 1880 1884 op 2 °/0, dat wil zeggen tot een gedurende dat tijdvak zoo goed als zeker verlies aan kapitaal van minstens f 350000, waarschijnlijk veel meer? Dat het reglement voor het Militair Weduwen- en Weezenfonds, zoo als het daar ligt, ver van volmaakt is, wie zal het ontkennen? Dat vele der grieven, die tegen de instelling worden aangevoerd, voor ontzenuwing vatbaar zijn, kan echter evenmin ontkend worden. Dat eene groote verbetering zou worden aangebracht, wanneer werd bepaald, dat de gewone, door alle officiereu, ongehuwden zoowel als gehuwden, gepensioneerden zoowel als actief dienende officieren, te betalen contributie nooit een bepaald bedrag, b. v. 3 °/0 zou mogen overschrijden, en dat, bleek meernoodig te zijn, die door verhooging der bijdragen van gehuwden of in het huwelijk tredenden zou moe ten worden gevonden, moet mijns inziens gerust worden aangenomen. Hetgeen David zegt omtrent het uitbetalen eener bonus, geeft aanleiding om te onderstellen, dat zijn doel niet is zich strikt te bepalen tot het stelsel van on derlinge verzekering. Ware dit het geval, dan zouden de premiën niet meer mogen bedragen dan noodig is, voor administratiekosten en ondervonden schade. Over schotten zouden moeten worden aangewend tot vermindering der contributie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 86