83 Onderscheiden onzer etablissementen zijn genoegzaam geheel ontbloot i an levensmiddelen, en hangen daardoor af van andere eilanden, die daarvan zijn voorzien; Malalcka, Amboina, Banda en Ternate (10) zijn in dit geval, en moeten altijd door Java worden onderhouden. Zonder eene oppermagt ter zee, wordt gevolgelij k de verzekering der eerste noodwendigheden voor die koloniën reeds onmogelijk, en de producten, die dezelve opleveren, kunnen door eene sterke vijandelijke zeemagt altijd worden onderschept. Hieruit vermeenen wij te mogen afleiden, dat het aan den eenen kant maar al te waar is, dat de voorschreven bezittingenover het algemeen, slechts door eene respectabele magt op zee kunnen worden verdedigd tegen eenen Europeschen vijand, en aan den anderen kant, dat het oog merk voornamelijk moet wezen, dezelve in staat te stellen om lnland- sche vijanden te beteugelen, en des noods een coup de main te kunnen afweren. Zoodanige etablissementen integendeel, welke zich zeiven voeden, en in wier eigen schoot vele benoodigdheden voor eene goede defensie ge vonden worden, verdienen, naar ons inzien, eene bijzondere aandacht. Het verlies derzelve sleept natuurlijk het verlies van alle anderen na zich. Het eiland Java moet dierhalven als het middenpunt van alle overige bezittingen worden beschouwd; het levert ressources op van al lerlei aard; het is de zetel van het Hollandsch gouvernement in Indië, de stapelplaats van vele waren en behoeften. Deze reden gebiedt dan ook, dat alle mogelijke middelen wordendaar- gesteld om eene kolonie van zoo veel gewigt te behouden, waarbij nog kan worden gevoegd, dat de Inlandsche vorsten, welke in de laatste jaren veel van de Europeanen hebben geleden, eene vrij aanzienlijke magt op de been kunnen brengen (11), waarom het ook vooral noodzakelijk is, aan dezen weerstand te kunnen bieden. Het is om alle de zoo even aangehaalde redenen, dat wij, onder eer biedige correctie, vermeenen, de militaire magt op het eiland Javaten minsten tegen de Inlandsche vorsten, op eenen vrij respectabelen voet te moeten voorstellen, terwijl wij die der overige bezittingen veel geringer zullen proponeren. (12) -heele militanc msi^t voor de gezamenlijke etablissementen beoos ten de Kaap de Goéde Hoop kan niet onder de 5125 Europeanen en 5350 Inlanders(13) dan wel te zamen 10175 hoofden, worden gebragt, verdeeld in do volgende corpsen:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 92