98 ving van slaghoedjes gevuld met fulminaat, bestaande uit chloorzure pot- asch en zwavelantimonium, beproeving van wrijvingspijpjes, beproeving van muildieren bij de bergbatterijen, proeven om het oxydeeren van de zinken bussen der lichtkogels tegen te gaan, onderzoek naar eene draai ende verbinding van de lamoenberrie met de bergaffuit, wijziging der kartetsen voor 12 cM. Br. Getr. en 8 cM. Yeld; voorts eene wijziging van de zundertjes voor puntgranaten en puntgranaatkartetsen, do los sing van het 24 cM. materieel en het vervoer van een kanon met af fuit en raam naar het schietterrein te Babakan van 2 jilatjap, het sprin gen van een getrokken bronzen kanon van 8 cM. Berg, een ongeluk ontstaan bij het ontledigen van brandkogels tot 20 cM., wijzigingen in het paardentuig aangebracht, de aanschaffing van stalen achterlaadge- schut voor de veld- en bergbatterijen, en van schietterreinen. Ten slotte worden medeelingen gedaan omtrent de inspectie der buskruidfabricatie en de inspectie der draagbare wapenen. Op het einde van 1878 telde men 4 veldbatterijen van 8 cM. en 4 bergbatterijen van 8 cM. In 1877 was voorgesteld om de Coehoorn- mortieren bij de bergbatterijen te doen vervallen en in plaats daarvan eene vierde sectie bergkanons te stellen, terwijl de mortieren in afzonder lijke mortierbatterijen, compleet uitgerust, zouden worden opgelegd. "Wie zou dat voorstel niet toegejuicht hebben, dat gedaan werd ten gevolge van het verbeterde worpvuur uit het bergkanon van 8 cM. en het wei nige gebruik, dat van de bij de bergbatterijen in Atjeli ingedeelde Coe- hooni-mortieren werd gemaakt, hetwelk zich bijna uitsluitend bepaalde tot het doen van lichtkogelworpen, terwijl voor den vervolge ook met behulp van de bergkanons in dit vuur zoude kunnen worden voorzien, daar proeven, met een voor dien vuurmond ontworpen lichtkogel geno men, met gunstigen uitslag waren bekroond geworden. Maar de Minis ter van Koloniën wees dat voorstel van de hand. Om der wille van de traditie of de kosten? Voor infanteristen is het niet van belang ontbloot, te weten, dat in 1876 op verschillende plaatsen oefeningen werden gehouden in het werpen van handgranaten, voorzien van wrijvingsbuizen. De grootste worpsverheid op vlak terrein bedroeg 51 pas (de artilleriepas in Indië—Aet Ilollandsclie infanteriepas)gemiddeld werd een afstand van 25 pas bereikt; het werpen over eene 6 a 7 M. dikke borstwering, waarvan de binnenkruin 0,85 M. hoog was, leverde geen bezwaar opbij eene hoogte der binnenkruin van 2 M. kwamen van de grana ten op de borstwering terecht; bij eene borstweringdikte van 7 M. en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 107