MIDDELEN TOT EENE VOORTDURENDE VOL-
TALLIGHOUDING
DE NEDERLANDSCH-INDISCHE BRIGADE
NEDERLANDSCH ELEMENT
INDISCHE LEGER.
De open brief aan Monitorvoorkomende in aflevering 7, jaar
gang 1879, van het Indisch Militair Tijdschriftvan den Kapitein
der Artillerie bij het leger in Nederland G. F. W. Borel, werd
met beantwoord. Hoewel nog altijd „voor memorie", komt de
Nederlandsch-Indische brigade toch nog voor op de Indische begroo-
ting voor 1880. De oprichting van het corps is dus nog steeds on
beslist of in advies, hoe men het ook noemen wil; het pleit is nog
met beslecht, en eene bespreking derhalve nog alleszins van belang
te achten.
Tot inleiding der navolgende beschouwingen ga een enkel woord
vooraf.
De theoriën, die hieronder ter nedergesteld zullen worden, bevatten
eene stellige overtuiging, die gevestigd is op een jaren lang waar
nemen van feiten binnen den onmiddelijken gezichtskring van den
Indischen officier. Mochten die theoriën, hoe eenvoudig en waar ook,
i
EN DE
VAN HET
IN HET*
Monitor vond de kwestie zijnerzijds voldoende toegelicht, om den Kapitein Borel,
die op het standpunt van den Nederlandsehen officier staat, nog met zoodanige argu
menten te bestrijden, die dezen een ander denkbeeld zouden kunnen doen omhelzen.
Het meeningsverschü op beider standpunt is te principieel, dan dat overeenstemming
mogelijk zoude zijn. t,
Redactie.