- 289
getwijfeld onmiddelijk in Europa de tijding verspreiden: „De vijand
verslagen, de hoofdstad en zetel van liet bestuur genomen, de regeering
gevlucht naar het binnenland."
"Wel zal de tijding, door den vijand verbreid, onwaarheid bevatten; wel
is de hoofdmacht van ons leger nog intact, en he eft de Regeering reeds
vóór de landing haren zetel naar het binnenland verplaatst; maar het is
moeilijk, voor een volk als het Nederlandse Tie, in het buitenland den toe
stand duidelijk te maken.
Geheel Europa kent Batavia als hoofdstad en zetel van het bestuur van
Nederlandscli-Indië, en daar wij in het gestelde geval nooit zullen kunnen
betwisten, dat een gedeelte der troepen geslagen, Batavia in 's vijands
handen en de Regeering naar het binnenland gegaan is, zal de publieke
meening oordeelen, dat Nederland een groot échec geleden heeft. Slaagt
de vijand dan na de verovering van Batavia in het nemen van een groot
deel der buitenbezittingen, zoodat hij beweren kan, dat het grootste deel
van Ned.-Indië in zijne macht is, dan zal hij ook spoedig, op grond van
het recht van verovering, aanspraak maken op het bezit van Ned.-Indië,
ten minste op de meest voordeelige vredesvoorwaarden. En dit in menig
opzicht te recht. Tegenover een vijand, die de hoofdstad en het grootste
deel van Ned.-Indië veroverd heeft, gaat het toch niet aan, te beweren,
dat hij het Ned.-Ind. leger, dat ergens in het binnenland eene sterke
stelling heeft ingenomen, moet opzoeken en verslaan, om aanspraken te
doen gelden? Slechts door offensief optreden en den vijand te verslaan,
kunnen wij bewijzen, dat 's vijands beweringen van grond ontbloot zijn.
Maar dan moeten wij onze troepenmacht uit Oost- en Midden-Java naar
West-Java overbrengen en met de daar aanwezige troepen vereenigen, om
vervolgens naar den vijand op te rukken en hem slag te leveren.
De bezwaren, aan het transportwezen verbonden, de vermoeiende marschen,
die anders den aanvaller ten laste komen, vallen dan ons ten deel, en in
eene goed gekozen en ter verdediging ingerichte stelling kan de vijand
onzen aanval afwachten. Met een leger, dat voor een groot deel uit In-
landsche troepen bestaat, zal deze aanval dus weinig kans van slagen
aanbieden. Slot volgt.)
AtjehVerzameling; van bulletins, loo-
pende van 13 April 1873 tot 27 February
1880. Aangeboden aan Z. E. den Gouver
neur-Generaal van Nederlandsch-IndiëOp-