447
over Geodesie. Het werk van Van KerlcwijJc had zijne verdiensten, ja,
maar het had, even als zijne Fortificatie, zijn tijd gehad. De behoefte
aan iets nieuws, iets frisch was algemeen geworden; en toch kwam er
niets opdagen. Eindelijk leverde de Civiel-Ingenieur Schols, voorheen
leeraar aan de Koninklijke Militaire Academie, den hier aangekondigden
cursus voor de cadetten van alle wapenen. De roep der Indische officieren,
die dit werk voor hunne studiën gebruikt hebben, was algemeen: dat
het uitmuntend is. Wat men ook van de liedendaagsehe Militaire
Academie moge zeggende tegenwoordige cadetten kunnen dankbaar
wezen, dat ze leerboeken bezittendie zeker niet de vlag behoeven te
strijken voor die hunner voorgangers. Het oene sclioone wetenschappelijk
werk volgt als het ware op het anderemen denke slechts aan de leerboe
ken, samengesteld door llojelSeijffardt en Van PeschEland en Plantenga.
Wij achten het van belang, die werken, welke hier niet zoo algemeen
als in Nederland bekend schijnen te zijn, telkens onder de aandacht der
Indische officieren te brengen, vooral van onze kameraden, die zich be
kwamen voor het toelatingsexamen aan de Krijgsschool.
Het boek van den Heer Schols is beknopt, maar helder en voor allen,
die geodesie geleerd hebbenzeer duidelijk voor eigen studie. Men ver
gelijke b. v. eens wat hij over den sextant zegt met hetgeen daarvan in
Van Kerkwijk gevonden wordt. De atlas telt 14 goed uitgevoerde pla
ten. De prijs van het werk in Nederland bedraagt f 4,40.
B.
Strategie en krijgsgeschiedenis door M.
II. I. PlantengaKapitein der Infanterie.
Te Bredater stoomdrukkerij van K. G.
Oukoo}voor rekening van de Koninklijke
Militaire Academie, 1880. (met platen.)
Al is hot hier aangekondigde werk een der leerboeken voor de cadetten
aan de Militaire Academie, toch behoort het door officieren te worden
geraadpleegd; want, zegt de schrijver, het dient om algemeene begrippen
te vestigen omtrent de oorlogvoering in het groot en tot voorbereiding
van eene oordeelkundige bestudeering der krijgsgeschiedenis.
Aan de krijgsgeschiedenis en de politiek ontleent de strategie hare
uitdrukking. De strategie van den Indischen troepenaanvoerder is dus
niet altijd die van den Europeepchen veldheer; de hoofdbeginselen zeiven
mogen steeds onveranderlijk zijn, de vorm waarin zij toegepast worden,