"V" -A. IR. I -A. Olifanten voor het transportwezen hij de troepenmacht in Atjeh. Sedert 1875 heeft het bij het Indisch legerbestuur een punt van over weging uitgemaakt of ten behoeve van het transportwezen bij dit leger gebruik gemaakt zoude kunnen worden van olifanten, even als dat sedert jaren met goed gevolg geschiedt hij het Britsch-Indische leger. Alvorens tot het nemen van proeven met olifanten over te gaan, werd het wen- schelijk geacht, dat door een deskundige in Britsch-Indie alles nagegaan werd wat op het gebruik van olifanten ter dienste van het leger betrek king heeft, of te trachten, vooraf uit Britsch-Indië alle inlichtingen met beschrijvingen te verkrijgen, die voor eene juiste beoordeeling der onder- werpelijke kwestie dienstig zijn, zoo als het opvangen, het temmen, de verpleging en het gebruik als transportmiddel van den olifant. Het Legerbestuur ontving toen, door bemiddeling van de Indische Regeering 1° eene beknopte instructie voor de verzorging, behandelingenz. van olifanten, met aanteekeningen betreffende het tuig, de ketenen, enz; 2° een tarief van de rations en een voorschrift voor het voederen, van olifanten; 3° twaalf pliotogrammen, voorstellende: a. een ijzeren staaf met haak, waarmede de mahout of geleider van den olifant dezen bestiert h. een lederen wateremmer; c. een jaiva of ijzeren plaat om koeken te hakken; d. een chursa of gelooid buffelhuid; e. een guddeevervaardigd van ruwe Inlandsche canvas met spieeten in het midden, om drukking op den ruggegraat van den olifant te voorkomende guddee eene soort van kussen opgevuld met grof stroo een zak voor atta (grof meel) vervaardigd van ruwe Inlandsche canvas g. een guddalagevoerd met dosootieopgevuld met mundah en gewat teerd, zwaar 26|-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1880 | | pagina 526