DE OPLEIDING VAN OFFICIEREN
INTENDANCE BIJ HET INDISCHE LEGER.
Inhet „Koloniaal verslag" over 1870 deelde de Minister van Ko
loniën aan de Staten-Generaal o. a. het volgende mede: „De bij
eene vorige gelegenheid uit Indië betoogde behoefte eener "speciale
opleiding voor de Intendance is aldaar nader in onderzoek."
Het is nu tien jaren geleden, dat de Indische Eegecring de noodzake
lijkheid eener speciale opleiding voor dezen gewichtigen talc van dienst
erkende. Tot dusver is van de vervulling dezer behoefte echter niets
gebleken, tenzij men daarmede wil begrijpen de bij Koninklijk besluit
van 5 December 1879 gedane concessie om onder de twaalf officieren
van de verschillende wapens en diensten van het Indische legerdie
de lessen bij de IIe afdeeling der Krijgsschool mochten bijwonen, een
enkel officier der Militaire administratie toe te staan om den cursus
voor de Intendance te volgen.
Deze nieuwe regeling, die voor het eerst in 1880 in werking
zoude hebben kunnen treden, heeft echter niets opgeleverd, aange
zien m dit jaar geene enkele plaats voor den intendance-cursus werd
opengesteld; hoogst waarschijnlijk omdat toen reeds de reorganisatie
van de Krijgsschool op til was, die bij Koninklijk besluit van 9
Juni 1880 is bevolen en waarbij o. m. is bepaald, dat de cursus voor
de Intendance bij die wetenschappelijke inrichting werd opgeheven,
om dien later afzonderlijk in het leven te roepen.
Daar alsnu een afzonderlijke cursus voor de vorming van intendance
officieren bij het Nederlandsche leger zal worden opgericht, en het zich
laat aanzien, of althans verwacht kan worden, dat die speciale inrich-
VOOR DE
35