VARIA.
Kartetsen.
Bij de oefeningen, die in Augustus van dit jaar door de 5de compag
nie Artillerie (2"e bergbatterij) te Babakannabij Tjilatjap, werden gehou
den, was bet aantal kartetsen, welke niet in den vuurmond verbrijzelden,
maar in haar geheel de schijf doorboorden, zeer aanzienlijk.
Weinig vertrouwen zal men dus, bij het getrokken bronzen kanon van
8 cM. Berg, in de uitwerkiug van het kartetsvuur kunnen stellen, dat
juist in critieke oogenblikken wordt toegepast, meestal wanneer de vijand
zelf dicht opgedrongen is, bijgevolg de batterij of sectie in dat vuur haar
eenigste weervermogen bezit, en men dus van eene behoorlijke uitwerking
daarvan verzekerd moet zijn.
Hoe de uitkomsten der oefeningen in 1877 en 1878 op 7 verschillende
plaatsen (zie „Beknopt Overzicht van proeven en oefeningen, welke in
de jaren 1876 1878 hebben plaats gehad bij het wapen der Artillerie
van het Nederlandsch-Oost-Indisch leger," bl. 10) waarbij van niet een
niet uit elkaar geslagen kartets is melding gemaakt, en die in 1873 (zie
B. O. over 1872 en 1873, bl. 10) toen van de 116 geschoten kartetsen
er slechts drie niet uiteengingen, te rijmen zijn met de ondervinding,
door mij op het schietveld te Babakan opgedaan en met de waarnemingen
bij het getrokken kanon van 8 cM. Veldwaarbij volgens de verschillende
uitgaven van het „Beknopt Overzicht" voortdurend een beduidend aantal
kartetsen niet uit elkaar sloegentoen de kartets van nagenoeg dezelfde
constructie als de tegenwoordig bij den 8 cM. Berg gebruikte, maar de
buskruitlading niet minder dan 2 j maal grooter was is mij een raadsel.
Bij de Artillerie in Nederland waren terwijl van de ijzeren kartetsen
der gladde vuurmonden de bodems op den naar binnen omgebogen rand
dei bus rustten de compositiebodems van de blikken kartetsen der ge
trokken vuurmonden aan de bussen vastgesoldeerd (zie o. a. het „Handboek
voor onderofficieren en korporaals der Artillerie", uitgave van 1874).
I>ij de Indische Artillerie heeft men het noodig geoordeeldvoor de