11ST IHI O TT
De Nederlandsch-Indische Brigade en de middelen
tot eene voortdurende voltallighouding van het
Nederlandsch element in het Indische leger bladz. 1.
De gevechten in Atjeh van 19 en 20 Augustus 1878
en 23 en 24 Maart 187926.
De Genie-uitrusting van de tweede expeditie tegen
Atjeh en de bijzondere gebouwtypen, aldaar voor
logies toegepast45. 151. 390. 511. 563
Het Militair Weduwen- en Weezenfonds52.
De stalen proefbatterijen voor de Indische veld- en
bergartillerie113. 304.
Aanteekeningen op de Indische Cavalerie 134.
De telemeter van Le Boulengé bij de Indische To-
pographische dienst156.
Bijdrage tot de geschiedenis der ballistiek. 241.
De uitrusting, de bepakking van het paard en de
bewapening van den ruiter bij de Indische Cava
lerie271.
Bijdrage tot de kennis der oorzaken van den oorlog
op Java (1825 1830)288. 395. 488. 572.
Eene Kaderschool der Indische Infanterie369.
De elementen der levende strijdkracht bij het Indische
leger416.
De reorganisatie der Geneeskundige dienst in het In
dische leger 449. 596.
De materieele eischen uit Europa voor het Indische
leger467.
De opleiding van officieren voor de Intendance bij
het Indische Leger. 547.
De aanleiding tot de expeditie naar Samalangan in
Juli 1880 609.
Yaria.
De genesis der Indische legerorgauisatie na 1816. 80. 166. 335. 431.
De toepassing van artikel 13 der Rechtspleging bij de
landmacht94.
Onze versterkingen in Atjeh174.
Het vuren op groote afstanden bij de Infanterie 182.
Eene instructie van den Commandant van het Leger. 186.
Rijlessen voor Infanterie-officieren197.
Wenken voor colonnecommandanten in Indië 339.
Mitrailleurs te velde345.
Etensverwarmer voor militaire hospitalen429.