79 -
onder een druk, voor velen te zwaar om niet te doen denken aan
uitstel.
Is de bedoeling van David, door de oprichting van zijn fondsde
officieren terug te houden van het aangaan van onberaden huwelijken,
dan vrees ik, dat hij zich, wordt zijn plan ten uitvoer gelegd, zeer
teleurgesteld zal gevoelen. De beste uitweg zou, mijns inziens,
zijndat de Regeering het Militair V eduwen- en Wezenfonds over
nam; ieder officier, ongehuwd of gehuwd, liet contribueeren tot een
bedrag, niet hooger dan hetgeen thans aan gewone contributie betaald
wordt; en verder van officieren, voornemens om een huwelijk aan
te gaan, eene premie vorderde, groot genoeg om zonder kans op
door den Staat te lijden verliezen, de toekomst hunner echtgenooten
en c. q. ook die hunner kinderen te verzekeren.
Hetgeen van de tractementen en pensioenen der gehuwde officieren
kon worden uitbetaald, zou daardoor vrij wat minder worden dan
hetgeen de ongehuwden zouden ontvangen, maar in het onvermijde
lijke moet men zich weten te schikken.
Volgens David betalen de officieren tegenwoordig te veel. In ver
houding tot anderen moge dit, als een gevolg van den aard van het
fonds, voor zeer enkelen het geval zijn, in het algemeen ik meen
zulks te hebben aangetoond - is die bewering volkomen onjuist.
Trouwenshoe zou dit mogelijk zijn bij een fondsdat niet speculeert
op winstendat kosteloos bestuurd wordten waarbij de administratie
kosten niet meer dan zes duizend gulden per jaar bedragen? Juist
het tegenovergestelde is het geval. Gemiddeld wordt te weinig geheven.
Moeten later de contributiën aanmerkelijk worden verhoogddan zullen
klachten, aangeheven door hen, die na de laatste vrijgevige bepalingen
in het huwelijk traden, juist dientengevolge minder gegrond zijn.
Immers zullen deze dan niets anders doen dan bijpassen hetgeen
zij vroeger te weinig betaalden? Anders echter zal het zijn met die
deelgenootendie, tijdens hooge contributiën en strenge handhaving
der beperkende bepalingen op de huwelijkenhet tegenwoordige
kapitaal grootendeels bijeenbrachten. Zij zullen kunnen vragen waarom
hetgeen door hen werd gestort, voor anderen is besteed.
II. A A. N.