si
6
De eerstbenoemde der commissie heeft den Kolonel de Koek opgedra
gen, om dit ons rapport aan Uwe Koninklijke Hoogheid over te brengen,
door wien aan Uwe Koninklijke Hoogheid alle zoodanige verdere inlich
tingen zullen kunnen worden gegeven, als HoogstDezelvo zal verlangen.
Wij zijn met diepen eerbied
Doorluchtigste Vorst en Heer!
Van Uwe Koninklijke Hoogheid de gehoorzame dienaars en trouwe
onderdanen
w. g. J. W. Jaxssens, Luitenant-Generaal. (5)
J. vax den Bosch, Kolonel. (6)
A. L. van Diekmen, Kolonel. (7)
H. M. de Kock, Kolonel. (8)
AANTEEKENINGEN.
(1) Dit besluit is niet in het „Recueil Militair" van 1814 te vinden. Wie het
mij kan mededeelen, bewijst mij eene groote dienst.
(2) In 1830 en later lieeft Van den Bosch dit niet getoond te zijn. Waarschijnlijk
pecuniae causa.
(3) In dien tijd, toen iedereen naar Indië ging om fortuin te maken, was deze
uitdrukking ad rem.
(4) Welk een behartingswaardige wenkHoe dikwijls is daar later niet van af
geweken, vooral met Belgen, die men na 1816 in den hoofdoffleiersrang [zooals de
Luitenant-Kolonel van den Generalen staf Lafontaine, oud-Kolonel, Chef van den staf
van den Maarschalk Grouchy en in 1824 Chef van den staf bij de Palembangsche
expeditie] naar Widië, vaak met rangsverlagingzond omdat men voor lien geene
charges kon vinden bij het jonge Nederlandsche leger na onze restauratie. Zie
o. a. Eenens: „Les conspirations militaires en 1830 et 1831."
(5) De oud-Gouverneur-Generaal, die Java, en vóór dien tijd de Kaapkolonie -
men weet met welk gevolg tegen de Engelschen verdedigde. Later Minister van
Oorlog; onder de linie een der stiefkinderen van het ongeluk. In den adelstand met
het praedicaat van Jonkheer.
(6) Gewezen Kapitein der Genie, aide de camp van den Gouverneur-Generaal Wiese.
Later Gouverneur van Suriname. Nog later Commissaris-Generaal van Ned.-Indië.
Voor zijn cultuurstelsel werd liij Baron, later, na zijne aftreding als Minister van Ko
loniën, Graaf.