zijn dikwerf genoodzaakt, te oordeelen over gevallen, waarbij de grootste criminalisten aarzelen. Schrijver dezes is zelf gedurende de jaren, dat hij te Padang en Samarang als Auditeur Militair werkzaam wasdikwijls in de gelegenheid geweest, op te merken, hoe treurig het met de rechts kennis van vele leden van den Krijgsraad gesteld was en zou daarvan menig staaltje kunnen aanhalen. Doch keeren wij tot het Crimineel Wetboek terug. Ieder, die slechts eenmaal daarmede heeft kennis gemaakt, zal mij gereedelijk toestemmen, dat het in vele opzichten gebrekkig en voor aanmerke lijke verbetering vatbaar is. In de eerste plaats toch zal het verband tusschen het Algemeen en Militair Strafwetboek beter moeten worden geobserveerdde straffen zullen meer in verhouding tot de gepleegde feiten moeten staanj de onduidelijkheden en onnauwkeurigheden, in de wet voor komende, zullen zoo veel mogelijk moeten worden weggenomen. Meermalen zijn dan ook bij ons pogingen aangewend, om tot herziening van onze Militaire strafwetgeving te gerakendoch steeds te vergeefsen nog leven wij onder dezelfde oude en slechte mili taire wetten. Ik heb dan ooktoen ik als Auditeur Militair werkzaam was daarwaar het mij nuttig en dienstig voorkwamvoor mij zeiven aanteekening gehouden van de verbeteringen, die mij noodig toe schenen en zoo ben ik er eindelijk toe geraakt, een geheel nieuw ontwerp van strafwetboek voor de militairen samen te stellen. Zal deze vrucht mijner verbeelding en opmerkingen beter voldoen Ik weet het niet, doch hoop het. Zeker zal mijne poging strekken om meer bekwame juristen op te wekken, door het geven van recen- siën, ook hun gevoelen openbaar te maken. Ik ga thans tot het ontwerp zelf over. Met het oog op hetgeen ik in den aanvang dezer inleiding heb ontvouwd, heb ik in dit ontwerp slechts zuiver militaire delicten behandelden zullen de militairen voor de commune delicten voor den burgerlijken rechter moeten terechtstaan. Ik heb het ontwerp verdeeld in tien hoofdstukken. Het eerste, algemeene bepalingen, handelt over de personen, die aan de wet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 110