ONTWERP. 102 Algemeene Bepalingen. Artikel Een. Dit Wetboek is van toepassing op alle personen, tot het leger behoorende. Artikel Twee. Tot het leger behooren, behalve de hoofd-en mindere officieren en soldatenook de rekrutenzoodra hun de krijgsartikelen zijn voorgelezen. Tot het leger behooren ook de officieren en mindere beambten der Ad ministratie de officieren van Gezondheidhet Ilospitaalpersoneel gedurende den tijd, voor welken zij zich verbonden hebben, en in het algemeen alle personendie bij 's lands magazijnen of arsenalen of het leger geëmploijeerd zijn. Artikel Drie. In tijd van oorlog zijn mede aan de krijgswetten onderworpen de auditeurs militairzoomede de marketentsters en allendie tot de dienst worden gebruikt of die het leger volgen. Artikel Yier. Ook zullen aan dit Wetboek onderworpen zijn alle personentot de Marine behoorendevoor zoolang zij aan den wal gemeenschappelijk met het Leger dienst doen. Artikel Yijf. Buiten de gevallen, hierboven genoemd, zal dit Wetboek nimmer toepasselijk zijn op bijzondere personen, niet tot het leger behoorende. Artikel Zes. Yoor zoover door personen, tot het Leger behoorende, misdrijven worden gepleegdwelke niet tot de militaire dienst betrekkelijk zijn, zullen zij deswege voor den burgerlijken rechter moeten terechtstaan. Ingeval van twijfel omtrent den aard van het gepleegde misdrijf, zal steeds de burgerlijke strafrechter moeten oordeelen. Artikel Zeven. Wanneer een militair gemeenschappelijk met een, burger een mis- EERSTE HOOFDSTUK.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 113