106
Artikel Vijf en twintig.
Indien een militair, na reeds te voren tot eene straf van minstens
één jaar detentie te zijn gestraft, andermaal wegens misdrijf voor den
Krijgsraad terechtstaat, zal de vroegere veroordeeling steeds eene ver
zwarende omstandigheid daarstellen, en is de Krijgsraad bevoegd, de
straf met één derde boven het maximum te verhoogen.
Van Verraad en Spionage.
Eerste Afdeeling.
Van Verraad.
Artikel Zes en twintig.
Ieder militair, zonder onderscheid van rang, die eenige stad, sterkte
vesting, plaats of post aan den vijand bij verraad overgeeft, zal met
den dood gestraft worden.
Artikel Zeven en twintig.
Ieder commandantdie, zonder dat alle mogelijke verdedigings
middelen door hem zijn beproefd geworden, en zonder het advies
van den Krijgsraad dier plaats, waarin ook de Chefs der Artillerie
en der Genie moeten geroepen worden, of ook tegen het advies van
de meerderheid van dien Krijgsraad, met den vijand zal hebben
gecapituleerd, of de plaats, welke hem was toevertrouwd, zal hebben
overgegeven, zal met den dood gestraft worden.
Artikel Acht en twintig.
Ieder Generaal of commandant van eene troepenafdeeling, die in
het open veld zal hebben gecapituleerdalvorens zoodanige bedingen,
die plicht en eer gebieden, te hebben gestipuleerd, zal met den dood
gestraft worden.
Artikel Negen en twintig.
Insgelijks zal met den dood gestraft worden ieder officier, die, in
tegenwoordigheid van den vijand, den hem toevertrouwden post zal
hebben overgegeven, zonder dat hij door overmacht daartoe is ge
noodzaakt geworden.
Artikel Dertig.
Met den dood zal mede gestraft worden ieder officier, die, al ware
VIERDE HOOFDSTUK.