108
dekkingen verborgen houdt of verkeerdelijk rapporteert;
3C die den vijand als wegwijzer dient;
4° die in oorlogstijd de telegraafgemeenschap verbreekt;
5e die tegenover den vijand geruchten verspreidtstrekkende om
het leger te ontmoedigen of tot de vlucht over te halen
6° die met personen uit het vijandelijk leger briefwisseling onder
houdt omtrent zaken, op het leger betrekkelijk;
7e die de gemaakte vijandelijke krijgsgevangenen bevrijdt, of in die
bevrijding de behulpzame hand biedt;
8e ieder militair, die manschappen aanwerft voor eene mogendheid,
die met den Staat in oorlog is, of die zich aan zoodanige aan
werving medeplichtig maakt.
Tweede Afdeeling.
Van Spionage.
Artikel Zes en dertig.
Als spion wordt met den dood gestraft ieder militair, die zich in
tijd van oorlog in eene vesting, versterkt kamp, in het algemeen, in
het leger of gedeelte daarvan heeft begeven, met het doel om zich
de noodige inlichtingen of bewijsstukken in het belang van den vij
and te verschaffen.
Artikel Zeven en dertig.
Met den dood worden tevens gestraft zij, die, om den vijand te
begunstigen, teekeniugen maken van kampementen, fortificatiën of
versterkte posten en die aan den vijand afgeven, of daartoe pogingen
aanwenden.
Van Desertie.
Artikel Acht en dertig.
Ieder militair of ander persoon, tot het leger behoorende, die in
tijd van oorlog langer dan drie dagen, of in vredestijd langer dan
acht dagen zich van zijn corps verwijdert, of die zonder bekomen
toestemming het Rijk verlaat, zal als deserteur worden beschouwd en
gestraft met detentie van hoogstens twee jaren,
VIJFDE HOOFDSTUK.