134 uit burgerelementen, hare gelederen recruteert en gerecruteerd heeft en bij den zoo weinig militairen werkkring der meeste harer officieren moet bij hen, aan wie later de zorg voor de verpleging der troepen wordt opgedragenal het mogelijke gedaan worden om de kennis van mili taire toestanden te bevorderen. Zij moeten dus in de eerste plaats bekend zijn met de hoofdbeginselen der moderne krijgswetenschappen, terwijl hunne verdere opleiding steeds daartoe moet strekken om hen met het leger nader bekend te maken. Ongelukkig toch dat legerwaarin de Intendant op militair gebied vreemdeling' iswaarvan hij de behoeften, de eischen slechts uit een geldelijk oogpunt heeft leeren kennen en die dus niet kent en niet weet, waarin de kracht en waarin de zwakheid van het leger ligt. Meer nog dan scheikunde en warenkennis behoeft de Intendant de kennis van den militair! Wederom heeft de inrichting der Krijgsschool in Nederland Dat we het clan ook in geenen deele eens zijn met den schrijver van IParmée frangaise en 1879 par un officier en retraitewaar deze aan burger ambtenaren de legerverpleging wil zien opgedragenbehoeft geen betoog. Het is hiermede gesteld als met de Geneeskundige dienstwaarbij men ook de mi litaire opleiding, ja zelfs de militaire rangen en organisatie wil zien vervallen. De nieuwe wet van den Minister van Oorlog Reuther houdt bij loslating van het eerste, zoo als voor het Indische leger, ten minste nog het laatste in stand. Het is hier de plaats niet, verder over dit onderwerp uit te wijden. "Wij willen nu alleen de woorden aanhalen van een man, wiens gezag ten onzent zeker niet ontkend wordt. In zijne voordracht in de Vereeniging tot beoefening der krijgswetenschap! zegt Dr. Gom sprekende over de ^Militaire geneeskundige organisatie en de Geneeskundige dienst te velde o. a. (Zie jaargang 1879 80, bladz. 159): „Uit het bovenstaande vloeit als van zeiven voort, dat de officieren van Gezondheid^ die volgens de meer en meer veld winnende beginselen met de leiding en het bevel van de Geneeskundige dienst ie velde zullen worden belastnaast en met hunne ge nees- en heelkundige kennis, op zuiver militair gebied geen vreemdeling zullen dienen te zijn. Zij zullen zich daartoe voorbereiden voor de vredesmanoeuvres der troepen, waaraan zij deel nemen. De bekende Saksische Generaal-arts Dr. Roth heeft er aan herinnerd, dat in Italië en in Oostenrijk de officieren van Gezondheid reizen en on derstellingen maken als de stafofficieren. Mijn vriend Da Cunha Bellem deelde toen mede, dat reeds 30 jaren geleden in Portugal hetzelfde plaats had." [Later]: „Nog eens, het militair Geneeskundig personeel moet in zijne hoofdenen leiders niet alleen militaire geneeskundige, maar ook speciale militaire kennis bezitten. Dit behoeft zeker, na al hetgeen vooraf ging, geen nader betoog."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 145