136
Toepassing van de platte driehoeksmeting op vraagstukken uit de werk-
dadige meetkunst.
2e. Beschrijvende meetkunst.
Toepassing van de leer der projectiën op het in teekening brengen van
veldwerken.
3e. Analijtische meetkunst.
Toepassing van de leerwijze der coördinaten op graphische voorstellingen.
4e. Natuurkunde.
Hoofdbeginselen van magneetkracht en electriciteit, met name van de the
orie van het opwekken en de wetten van verdeeling van electriscbe stroomen.
5e. Talen.
De kennis van de Nederlandsche taal en het bezit van een goeden stijl
zullen worden beoordeeld uit alle schriftelijke beantwoordingen van exa
menvragen.
Van de Fransche en Hoogduitsche taal zal worden gevorderd het vlot
met beschaafde uitspraak, lezen en zonder te veel moeite vooi' de vuist
in het Nederlandscli vertalen van een stuk uit het Fransch en het Duitsch
over la-ij gsgeschiedenis of tactiek.
De kennis van de grondregels dier talen moet blijken uit het maken
van eenvoudige opstellen over militaire onderwerpen, met behulp van
woordenboeken.
Tot aanbeveling strekken: de kennis van de Engelsclie taal en het zich
gemakkelijk uitdrukken in een of meer der genoemde talen.
6e. Geodesie.
De lagere geodesied. i. de practische behandeling en verklaring van het
astrolabiumden theodoliethet planchetde boussole en den sextant
alsmede de kennis van de regeling van een waterpasinstrument, naar
keuze van den aspirant.
7e. Lezen van kaarten.
Bedrevenheid in het lezen van topographische kaarten.
8°. Tactiek en velddienst.
Het onderzoek naar de kennis van de tactiek en de velddienst zal ge
schieden door schriftelijke vragen over het Reglement op de velddienst
en over de elementaire tactieken door behandeling van eenvoudige tacti
sche vraagstukken op de kaart.
9e. Wapenkennis.
Verklaring, met behulp van modellen of teekeningen, van de vuur-
en blanke wapenen en van het geschutbij het Nederlandsche leger in
gebruik, en van de daarbij behoorende munitiën,