139 1° Is het toelatingsexamen voor Nederland vergelijkend, voor Indiê niet. 2° Bedraagt het aantal voor dat examen vereischte vakken voor Nederland méér dan voor Indiê. houdens de dooi- onzen Minister van Oorlog te stellen eischen van diensttijd, gedrag en geschiktheid, voldaan hebben aan een examen, waarvan de omvang door Onzen voornoemden Minister wordt vastgesteld. Indien het getal der officieren van laatstgenoemd leger, die tot het bijwonen van den cursus voor Intendance in aanmerking komen, grooter is dan dat der beschik bare plaatsen, komen zij, die bij het examen de meeste kunde aan den dag hebben gelegd, het eerst tot eene plaatsing in aanmerking. Art. 6. Aan officieren, die het onderwijs in enkele vakken van den cursus voor Intendance wenschen te volgen, kan zulks door Onzen Minister van Oorlog, onder door hem te stellen bepalingen, worden vergund. Art. 7. Het bestuur over den cursus voor Intendance wordt opgedragen aan den Directeur van de tweede afdeeling der Krijgsschool. Het onderwijs wordt gegeven door leeraren dier afdeeling en door officieren en burgerleerarendaartoe door Onzen Minister van Oorlog aan te wijzen. Art. 8. Aan Onzen Minister van Oorlog wordt jaarlijksbetreffende de officieren, die den cursus voor Intendance hebben doorloopen, een uitvoerig verslag uitgebracht, opge maakt door eene commissie, bestaande uit den Directeur van de tweede afdeeling der Krijgsschool en minstens vier, door hem Minister, aan te wijzen leeraren van de Krijgsschool en den intendancecursus. Art. 9. Dit besluit treedt in werking den len October, 1880. Onze Minister van Oorlog is belast met de uitvoering van dit besluit, waarvan afschrift zal worden gezonden aan onzen Minister van Koloniën en aan de Algemeene Kekenkamer. De toelating tot den intendancecursus wordt in verband daarmede door de volgende bepalingen beheerscht I. De luitenants, die aan het examen voor toelating tot den intendancecursus wen schen deel te nemen, moeten minstens vier jaren in den rang van officier hebben ge diend, met hun eigen dienstvak of wapen grondig bekend zijn en blijken gegeven hebben van voldoende practisclie bedrevenheid. II. Het examen voor toelating tot den intendancecursus betreft 1° Natuurkunde. Algemeene eigenschappen der lichamen en krachten, werking der zwaartekracht, dynamometers, evenwicht van zware lichamen en vochten, dichtheid en soortelijk gewicht, waterpers, hydrostatische weging, areometers, luchtdrukwet van Mariottemanometers, luchtpompen, duikerklok, pompen, brandspuiten, hevel, barome ters, mededeeling en voortplanting van warmte, uitzetting, thermometers, soortelijke en

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 150