Maar ook het leven van deze Krijgsschool was kort van duur. Yooi'waar, hare geschiedenis brengt ons de woorden in herinnering van den vromen dichter onzer jeugd: Hoewel de meest schrikverwekkende bepaling de bevordering- bij keuze bij de nieuwe instelling vervallen was, had deze toch ook nog het gebrek (P), te veel vakschool te zijn en, o gruwel! hadden de militaire vakken niet alleen het overwicht, maar zelfs nog meer dan op de vroegere Stafschool het geval was, daar bij behoud van denzelfden omvang dezer studiën, door den korteren duur van den cursus minder tijd aan de niet-militaire vakken kon worden gewijd. Wel was dus de naam veranderd, maar de richting van het onderwijs dezelfde gebleven. Het is waar, aan deze Krijgsschool En we vinden, waar we staren, Niets bestendigs om ons heen. 2°. dat in verband met het laatst vermelde het beginsel van opleiding der Indische stafofficieren in Neder landsch-Indië, aangenomen bij Ons besluit van 16 Augustus 1873 behoort te worden losgelaten. De bedoeling is zeker voldoende duidelijk, maar eilieve, wat beteekent hier die speciale overweging, dat eene degelijke, wetenschappelijke opleiding hoofdvereischte voor een stafofficier is? "Werd daaraan getwijfeld? Ja, vroeger, maar dat behoor de immers reeds lang tot het verleden En de Regeering had dit toch ook over wogen en zeker rijpelijk, zooals ze gewoon is toen ze twree en een half jaren te voren de Stafschool oprichtte; of was dat geene instelling tot verkrijging van de gelijk, wetenschappelijk onderwijs? AANTEEKENING VAN DE REDACTIE. De geachte schrijver is op een dwaalspoor. Uit Indie was voorgesteld (volgens de Koloniale verslagen en de stukken over de Indische heg rooting van 1875 en 1876) de Indische Stafschool op te heffen, omdat het, o. m., wel beschouwd, op den duur te warm was, in Indië te studeeren. Daarbij voegde zich gebrek aan onderwijzers, werd beweerd. De considerans van het Koninklijk Besluit sloeg geheel op Indische toestanden, Indische hulpbehoevendheid, en was dus rekening houdende met Indi sche adviezen volkomen juist. Kon dit trouwens ook anders bij behoud van hetzelfde personeel van "fifVec- teur en leeraren, die, doordrongen van het groote belang der zaak, zich vol ijver aan hunne taak wijdden en zeker niet inzagen, dat hun onderwijs eenzijdig, de tot nu toe gevolgde richting niet de ware zou zijn!

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 17