179 weet, dat in vroegere jaren geen Kolonel den bedoelden hoogeren rang, bad verworven die niet aan de volgende vereischten had voldaan 1. bekendheid met Indiëeene bepaling, die ten allen tijde op den voorgrond moet staan, om onbillijke en voor het Indische leger grievende benoemingen van Hollandsche Kolonels en Generaals zoo veel mogelijk te beletten; 2. bekwaamheid in het aanvoeren van colonnes, uit de drie wa pens bestaande; 3. eene expeditie te hebben bijgewoond en daarbij een commando over een van de drie wapens bestaande troepengedeelte werkdadig te hebben gevoerd; en 4. geschiktheid voor het voeren van het vereenigd civiel en militair gezag. Wie Indië en Indische toestanden kent, zal moeten beamen, dat deze eischen hoog zijn. Immers, een bekwaam troepenaanvoerder te zijn, actieve operatiën te hebben bijgewoond en aangevoerd, het commando over eene uit de drie wapens bestaande colonne te kun- i oei en en daaibij geschikt te zijn voor eene vereenigde, civiele en militaire gezagvoering, vorderen in denzelfden persoon eene vereemgmg van talenten, studiën en ervaring, welke niet algemeen kunnen worden aangetroffen. Toch werden dezelfde eischen ook in het Britsch-Indische le°-er gesteld. Men behoeft die eischen geenszins af te keuren, en wij gelooven zelfs, dat het goed is om hooge eischen voor het verkrijgen der hoogste militaire rangen te stellen. Wat wij echter vreezen °is, dat aan die eischen niet licht meer te voldoen zal zijn, indien men den ïoofdofficieren de gelëgenheid ontneemt om, ook door het voeren van het vereenigd civiel en militair gezag in buitenbezittingen, zich voor de hoogere legerleiding te vormen en daarbij een ruimeren blik te ver zijgen dan mogelijk is bij het uitsluitend waarnemen van zuiver militaire betrekkingen. Wij vreezen eindelijk, dat men onzen hoofd officieren van talent zoodoende de gelegenheid ontneemt, zich voor hoogere staatsdienst te bekwamen, waartoe men in alle beschaafde inden bij zich voordoende gelegenheid, ook officieren in aanmerking

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1881 | | pagina 190